Waardecreatie door doelgroeporiëntatie
      
      Laatst geactualiseerd in 2007 
      De Nederlandse  projectontwikkeling is aanbodgericht. Ontwikkelaar en overheid bepalen in grote  mate hoe de gebouwde omgeving er uit komt te zien. Zelden zijn de wensen van de  eindgebruiker sturend in inrichting en ontwerp. Projectontwikkeling, zeker voor  woningbouw, is geen vrije markt; de concurrentie is beperkt en het product  weinig gevarieerd. De cultuur ontbreekt om te concurreren op kwaliteit. Het  gaat bij vastgoedontwikkeling in de eerste plaats om locatie en vierkante  meters. Kwaliteitsdifferentiatie is onderontwikkeld en daarmee ook de  verkooptechnieken om bijzondere producten aan de man te brengen.  
        
      Figuur: Gramercy Park in New York. Stedelijke ontwikkeling rondom  gemeenschappelijke groenvoorziening. Al meer dan 150 jaar een van de meest  geliefde woonlocaties op Manhattan.   
      Door meer  vraaggestuurd te werken kan de waarde van de gebouwde omgeving omhoog. Naarmate  ze beter aan de behoeften voldoet wordt ze ook beter gewaardeerd. Ook zal zij  dan minder snel aan vernieuwing of sanering toe zijn. Dat zal een belangrijke  bijdrage leveren aan de waardeopbouw en aan de duurzaamheid.  
      Vraagoriëntatie  betekent differentiatie; mensen en hun wensen zijn immers heel divers. De  gebouwde omgeving zal er anders uit komen te zien wanneer de vraag centraal  komt te staan. Nieuwe Nuts kan een aanzet geven tot vraagoriëntatie in de  ruimtelijke ontwikkeling. Het biedt aantrekkelijke mogelijkheden om het aanbod  te differentiëren. Dit met aantrekkelijke potenties voor de aard en kwaliteit  van de woonomgeving en voor het niveau van de vaste lasten.  
      Nieuwe Nuts  biedt voordelen aan gebruikers in de vorm van hoger comfort, lagere lasten of  zeggenschap over de eigen nutsvoorziening. Tegelijk zadelt het de ontwikkelaar  met nieuwe taken op. De ontwikkelaar kent nu het gemak van eenzijdig aanbod en dezelfde  dienstverleners. Zaken worden gedaan zoals ze altijd worden gedaan. Dit is de  weg van de minste weerstand: geen meerkosten en geen bijzonderheden, maar ook  geen verbetering van comfort en milieu, noch verlaging van vaste lasten. 
      Zolang Nieuwe  Nuts geen gevestigde praktijk is komen er voor de ontwikkelaar nieuwe  aandachtsvelden bij. Hij moet investeren in kennisontwikkeling over  alternatieve technieken. Ook moet hij zich ervan vergewissen dat aanleg en  beheer van de alternatieve technieken goed is georganiseerd. De specifieke  kwaliteiten van het project moet hij overbrengen op huurders en kopers. Wanneer  de lagere lasten vooraf worden gegaan door hogere investeringen zal hij dit  aannemelijk en verkoopbaar moeten maken.  
      De prijzen op  de woningmarkt worden vooral bepaald door de ruimte die banken beschikbaar  stellen voor de hypothecaire geldlening (woonquotum).(i) Dat betekent dat kopers vaak al op het maximum zitten van hun bestedingsruimte  om de gewenste ‘basiswoning’ te kopen. Meerkosten voor hoogwaardige  energievoorzieningen kunnen er dan niet meer vanaf. Voor ontwikkelaars is het  dan ook moeilijk om een hoogwaardiger product aan te bieden. Een oplossing die  thans in de praktijk wordt aangedragen is om meerkosten van duurzame  energievoorzieningen buiten het woonquotum te houden. Huishoudens mogen dan  meer lenen wat wordt gerechtvaardigd door lagere vaste energielasten. 
      De  kennisontwikkeling over alternatieve technieken komt geleidelijk op gang. Door  pioniers als bewonersgroepen en Vestia Ceres zijn de levensvatbaarheid van  alternatieven reeds aangetoond. Gemeenten beginnen erom te vragen. Op zeker  moment kunnen ontwikkelaars het zich niet meer permitteren om de kennis van  beproefde alternatieven niet in huis te hebben. Andersom levert vooroplopen op dit  gebied - zeker voor kleinere spelers met weinig grondposities -  voordeel op. Met toenemende belangstelling  voor duurzaamheid willen gemeenten liever in zee met ontwikkelaars die van  wanten weten met verduurzaming van nutsvoorzieningen.   
      Alternatieve  technieken betekenen ook nieuwe zakelijke mogelijkheden. Niche spelers en  nieuwe toetreders krijgen nu een kans. Zo hebben producenten en installateurs  van warmtepompsystemen een nieuwe markt kunnen creëren. Hieruit ontstaat  inmiddels ook een markt voor beheer en onderhoud van deze systemen. Dat levert  een vaste inkomstenstroom met langjarige contracten en beperkte risico’s. Ook  ontwikkelaars beginnen de mogelijkheden te zien om in te breken op traditioneel  door monopolies gedomineerde markten. Verschillende ontwikkelaars en aannemers  hebben inmiddels een eigen energiepoot opgezet voor ontwerp en beheer van  duurzame energiesystemen. Dit kan ook full-service concepten opleveren waarbij  het Nieuwe Nutsbedrijf alle installaties in eigendom houdt. Ook die in de  woning. Dat ontzorgt de woningkoper en andere partijen en levert fiscale  voordelen op in de sfeer van de energiebelasting.  
      Nieuwe Nuts  legt uitdrukkelijk een koppeling tussen de nutsinfrastructuren en het vastgoed  dat ermee gebaat is. Dat hoeft niet noodzakelijk te betekenen dat bewoners ook  het eigendom krijgen. Verschillende doelgroepen hebben verschillende  wenspatronen. Voor de ene doelgroep speelt autonomie of kosteneffectiviteit een  doorslaggevende rol. Bij de andere groep kan gemak juist weer belangrijker  zijn. Welke vorm wordt gekozen kan per geval verschillen. Belangrijke factoren  in de afweging zijn de doelgroep waarvoor wordt gebouwd en de wijze waarop de  Nieuwe Nutsinfrastructuur wordt gefinancierd. Ondernemende ontwikkelaars kunnen  met Nieuwe Nuts vele kanten op en voor specifieke doelgroepen extra toegevoegde  waarde bieden.   
    
        Voor sommige  doelgroepen kan een gezamenlijk productiebos (zie hoofdstuk 12) de ideale basis  zijn voor een Nieuwe Nutsvoorziening én groene leefomgeving. De Zonneterp (zie  hoofdstuk 3) kent een kas als gezamenlijke zonnecollector en waterzuiveraar. Gezamenlijk  bezit van gemeenschappelijk groen komt in de Angelsaksische wereld regelmatig  voor. Bekend voorbeeld is Gramercy Park in New York, een van de meest geliefde  woonlocaties op Manhattan. Hier ontstond een exclusief woonmilieu rondom een  gemeenschappelijk park. Vooral in Londen was deze vorm van stedenbouw in de  loop der eeuwen populair. De stad kent nog meer dan 150 van deze ‘London  squares’, die nog steeds de betere leefmilieu’s bieden.  
      Nieuwe Nuts heeft de potentie de 21e eeuwse  equivalent te worden van de ‘London square’. Een eigen plek met hoge  leefkwaliteit door gemeenschappelijke elementen. Nieuw is de dubbele functie  van de ruimte. Zij heeft niet alleen recreatieve doelen, maar levert meteen een  bijdrage in voorziening van de basisbehoeften.  
      In de praktijk  blijken niet alle projectontwikkelaars even ondernemend en vernieuwend. Enige  stimulans om de sector in beweging te krijgen is nodig. In beperkte mate wordt  deze geboden door de verplichte normstelling voor energieprestaties van de  woningen. Bovendien proberen veel gemeenten hun invloed aan te wenden om  ontwikkelaars tot verduurzaming aan te sporen. Bij een actief grondbeleid kan  de gemeente de duurzaamheidsambities laten meewegen bij selectie van de  ontwikkelaar. Op deze manier worden extra kansen geboden aan nieuwe en  vernieuwende ontwikkelaars die de Nieuwe Nutsmogelijkheden graag benutten. 
Nieuwe Nutsvoorzieningen geven identiteit aan de regio. Voor  specifieke doelgroepen ontstaat daarmee toegevoegde waarde en is het een extra  reden om zich in de regio te vestigen. Een vergaande lokale kringloopsluiting  levert bovendien een duurzaamheidsvoorbeeld van wereldformaat. Tegelijkertijd  worden zeggenschap en welvaart in de lokale economie gehouden. Wel zal - zeker de eerste keren - rekening  moeten worden gehouden met hogere aanloopkosten en grotere inspanningen.  Hiertegenover kunnen weer subsidies staan, waardevermeerdering van het vastgoed  en extra good-will voor de ontwikkelaar.
                                   
       |