Lokale vlechtwerken
Laatst geactualiseerd in 2007
Het automatisme om woningen te koppelen aan een centrale aardgasvoorziening is op zijn retour. Ontwikkelaars en gemeenten oriënteren zich vaker op meer duurzame bronnen die lokaal beschikbaar zijn. Soms zijn dit bronnen die zelfstandig kunnen worden benut (zoals zee, wind of grondwater). Soms knopen ze aan bij bedrijvigheid in de directe omgeving. In dat geval ontstaat er een wederzijdse afhankelijkheid van meerdere partijen.
Project |
Producent en distributeur |
Zuidbroek, Apeldoorn |
Essent Warmte distribueert en levert warmte die wordt verkregen van het Waterschap Veluwe. |
Biomassa Centrale Sittard |
Essent Warmte distribueert en levert warmte die wordt verkregen van een lokale hovenier. |
Polderwijk, Zeewolde |
Essent Warmte distribueert en levert warmte die wordt verkregen van een lokale veehouder.
|
Drie Nederlandse voorbeeldprojecten waarin duurzame hulpbronnen worden benut dank zij de synergie van nutsfunctie en lokaal aanwezige bedrijvigheid.
In bovenstaande voorbeelden verzorgt Essent de warmtelevering aan kleinverbruikers. Daarbij is zij afhankelijk van de warmteproductie van derden: het waterschap, een veehouder en een hovenier. Deze situatie is niet gebruikelijk. Energiebedrijven kiezen bij voorkeur voor onafhankelijkheid van derden in de energieproductie. De situaties zijn dan ook niet spontaan ontstaan. Meestal is er sprake van druk vanuit de gemeente. Een lokale veehouder of hovenier zit met een energierijke reststroom en wil deze nuttig besteden. De gemeente wil daar - wegens het maatschappelijk belang - best bij helpen. Het energiebedrijf wordt erbij gehaald wegens ervaring met infrastructuur en levering aan kleinverbruikers. Bovendien wordt het energiebedrijf geacht de gewenste leveringszekerheid te kunnen bieden voor nu en in de verdere toekomst.
De veehouder en de hovenier
De veehouder en de hovenier hebben aparte bedrijven opgezet die zich toeleggen op de energieproductie. Dat vergroot de zekerheid van continuïteit. Continuïteitsrisico’s nemen toe naarmate het energieproces ondergeschikt is aan een ander bedrijfsproces. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het warmtenet in Rotterdam Hoogvliet. Industriële partijen kunnen daar potentieel veel warmte leveren. Continuïteit willen ze echter niet garanderen; de eigen productie gaat voor. Dit wordt hier opgevangen door meerdere producenten te betrekken, waardoor geschakeld kan worden tussen systemen. Naarmate er meer partijen betrokken zijn wordt de structuur complexer. Onderhandelingen over afspraken en verdeling van revenuen kunnen dan een struikelblok gaan vormen.
De maatschappelijke en commerciële voordelen blijken echter ruimschoots op te wegen tegen de extra moeite voor organisatie van de samenwerking. Zo mag in ieder geval worden afgeleid uit de diverse decentrale nutssamenwerkingen die inmiddels het levenslicht hebben gezien en die in de steigers staan.
Biomassacentrale Sittard (BES)
Een lokale hovenier nam het initiatief om een biomassacentrale op te zetten. Regionaal groenafval en onbewerkt afvalhout wordt benut voor energieproductie. Groene stroom wordt geleverd aan het net, en groene warmte aan de lokale gebouwde omgeving. Essent verzorgt de warmtedistributie onder kleinverbruikers (ca 1000 woningen). De Biomassacentrale zorgt zelf voor levering aan zakelijke verbruikers in de directe omgeving.
Helaas is de biomassacentrale in 2007 door brand verwoest. Essent geeft echter aan dat de warmtelevering aan woningen niet onderbroken is geweest (door overschakeling op back-up ketels) en dat de biomasssacentrale zal worden herbouwd.
|