Gevestigde belangen
      Laatst geactualiseerd in 2007
      Nieuwe Nuts is een logische stap die volgt op ontwikkeling  van nieuwe technieken. Logica alleen is echter niet voldoende om Nieuwe Nuts  van de grond te tillen. Ingesleten patronen en gevestigde belangen bieden  weerstand tegen verandering. Grote installaties zijn nog niet afgeschreven.  Beheerorganisaties willen centralisatie en standaardisatie, en kunnen niet  overweg met het maatwerk van de Nieuwe Nuts. Bovendien is de kans klein dat met  Nieuwe Nutsvoorzieningen dezelfde ruime winsten zijn te boeken, zoals die nu in  de ‘fossiele economie’ worden gemaakt.  
        
      
      Investeren in schaarste  
      De duurzame bronnen van Nieuwe Nuts zijn in principe niet  schaars. En zonder schaarste zijn geen ruime marges te maken. De  mega-investeringen worden daarom nog altijd gedaan in fossiele en kernenergie.  In vergelijking daarmee zijn de kapitaalsinvesteringen in duurzame technieken  gering. Het aanbod van fossiele brandstoffen is beperkt en gecontroleerd.  Hierdoor kunnen stevige winsten worden gemaakt. Indien die marge onvoldoende  wordt geacht kan het aanbod worden teruggeschroefd. Met duurzame energie ligt  dat anders. De energie zelf is volop beschikbaar: zon en wind. Soms krijgt men er  nog geld op toe zoals bij afval, mest en GFT. Geld is te verdienen met de  hardware. Maar zodra de technieken eenmaal rijp zijn en de octrooien zijn  verlopen, is hierop slechts een geringe marge te maken. Voor de gevestigde orde  - die ‘rendement op geïnvesteerd vermogen’ als criterium hanteert - is en  blijft het aantrekkelijker te investeren in ‘fossiel’, dan technieken te  ontwikkelen die de eigen machtsbasis zouden ondermijnen.  
      De komst van  duurzame technieken kan worden vertraagd, maar niet worden voorkomen. Ook voor  de ‘gevestigde belangen’ is het verstandig om duurzame technieken te omhelzen.  De grootste uitdaging ligt daarbij niet bij de duurzaamheid en de versnelde  ontwikkeling daarvan. Belangrijker is het eerst manieren te vinden om duurzame  bronnen, ondanks hun overvloed, toch met ruime marges en zonder competitie te  kunnen exploiteren. En die manieren kunnen worden gevonden.  
      Extra drempels
      Een enkele  windmolen op het land is door velen te realiseren. Maar een windpark op zee is aan minder partijen gegeven. Het vergt een  concessie (ii),  kapitaal en ‘off-shore’-ervaring. Geluid- en horizonvervuiling houden  windmolens op land - die door de gewone man rendabel zijn te exploiteren -  binnen de perken. Zo wordt aan windparken op zee een duurzame  rendementspotentie verschaft.  
      Beschermde monopolies
      Een andere  bron die niet voor iedereen direct toegankelijk is, is aardwarmte. In Nederland  kan op ca tweeduizend meter diepte warmte worden geoogst. Aardwarmte valt onder  het regime van de mijnbouw. De investeringen zijn fors en vermeden wordt dat concurrerende maatschappijen elkaars warmtemijnen  verstoren. De overheid verleent concessies en daarmee ontstaat een beschermd  monopolie voor de exploitant. De distributie-infrastructuur beperkt tevens de  toetreding; naast de concessie om te delven moet er toestemming zijn om de  aardwarmte op een lokaal warmtenet in te voeden. Zo kan de kring van aanbieders  effectief worden afgeschermd.  
      Kunstmatige schaarste
      Met concessies, infrastructuren en grote  kapitaalsinvesteringen kunnen hulpbronnen, die in wezen niet schaars zijn, toch  schaars worden gemaakt. Verkoopprijzen zijn dan te baseren op  vraagprijs in plaats van kostprijs plus  marge. En op die manier zijn grotere winsten te boeken. 
      De zon is de primaire energiebron waar de aarde zich aan  laaft. Ook alle fossiele energievoorraden zijn te herleiden tot de zon. De  dagelijkse instraling aan zonlicht levert veel meer energie op dan de wereld  nodig heeft. Dit wordt dagelijks zonder onderscheid over het aardoppervlak  uitgestrooid. Deze energie is niet schaars en voor iedereen beschikbaar. Het  lijkt haast onmogelijk om de zonne-energie te monopoliseren. Vanuit gevestigde  belangen is er dan ook weinig reden om de invoering van zonne-energie te  versnellen. Eerst zullen mechanismen moeten worden ontwikkeld om met zonlicht  voldoende rendement te kunnen maken. Ook hier zijn wel mogelijkheden te vinden.  Zoals het duur maken van het oppervlak waarop de zon instraalt (restrictief  ruimtegebruik en hoge grondprijzen). En beheersing van de wijze waarop  zonne-energie wordt opgeslagen en vervoerd (waterstofinfrastructuur).   
      Rol van de overheid
      Gevestigde  belangen en een markt die wordt gestuurd door hoge rendementseisen staan de  verduurzaming van de economie wezenlijk in de weg. Het ligt voor de hand dat de  overheid dan voorwaarden schept waardoor verduurzaming ongehinderd ingang kan  vinden. Maar de overheid blijkt in de praktijk maar zelden gepast tegenwicht te  bieden aan dominante machtsfactoren. Gestelde regels en subsidies werken  gevestigde belangen eerder in de hand, dan dat ze ruimte maken voor structureel  vernieuwend initiatief. Een overheid die verduurzaming wil stimuleren zal zich  vooreerst bewust moeten zijn van de eigen rol, invloed en mogelijkheden binnen  de economie.    
        
        
         |