Individueel en collectief
Laatst geactualiseerd in 2007
Bij de huidige generatie decentrale nutsvoorzieningen worden individuele en collectieve systemen onderscheiden. Zo heeft Het Carré (Delfgauw) individuele systemen; iedere woning heeft een eigen (individuele) installatie voor de oogst van zon- en grondwaterwarmte en de opwaardering daarvan middels een warmtepomp. De verhuurder (Stichting Rondom Wonen) is eigenaar van deze voorzieningen en is verantwoordelijk voor de goede werking ervan. De systemen van de verschillende woningen kunnen onafhankelijk van elkaar functioneren.
Bij individuele systemen liggen eigendom en verantwoordelijkheden bij de woningeigenaar en eventueel (gedeeltelijk) bij de huurder. De afspraken zijn hier eenvoudig te regelen. Bij de collectieve systemen ontstaat echter de vraag: wie is eigenaar en wie is verantwoordelijk voor het beheer en de levering?
Deze situatie roept nieuwe vragen op maar levert vooral ook nieuwe kansen: lagere energielasten voor bewoners en de kans om de belangen van de eindgebruikers in de zeggenschapsstructuur in te bedden. Het voorbeeld van Jühnde toont hoe dat zou kunnen: door eindgebruikers in de Nieuwe Nutsvoorziening te laten investeren en participeren.
Vereniging van Eigenaren
Kleinschalige gevallen kunnen worden ondergebracht in een Vereniging van Eigenaren (VvE). Deze trekt dan de nodige verantwoordelijkheid naar zich toe. VvE besturen zijn niet altijd even solide en competent. Structurering via een VvE leidt in de praktijk dan ook vaak tot uitbesteding van werkzaamheden. De administratie van de VvE komt dan bij een beheerder te liggen, die op zijn beurt het beheer van de energievoorziening onderbrengt bij een installateur. Door de verschillende schijven en de kleinschaligheid kan dit uiteindelijk een dure oplossing blijken te zijn. Het wordt dan raadzaam om te kiezen voor een iets groter schaalniveau en stroomlijning van de organisatie.
Concurrentie voor energiebedrijven
Uiteenlopende partijen verkennen de mogelijkheden om in kleinschalig beheer van collectieve nutssystemen te voorzien. Met name projectontwikkelaars, installatiebedrijven, hardwareleveranciers en woningcorporaties proberen er met nieuwe servicebedrijven op in te spelen. Zo ontstaat een nieuwe vorm voor energie-exploitatie die ligt tussen de gevestigde energiebedrijven en individueel particulier eigendom.
De praktijk staat aan het begin van een ontwikkeling die energiebedrijven nieuwe concurrentie oplevert en nieuwkomers en eindgebruikers nieuwe kansen biedt. Leveringszekerheid, prijsniveau’s en machtspositie zijn de cruciale aandachtspunten bij structurering van de collectieve systemen.
|