Rol  van de gemeente
      Laatst geactualiseerd in 2007      
      De gemeente  speelt een centrale rol in de ruimtelijke ontwikkeling. Formeel vind dit zijn  oorsprong in de verplichtstelling van het uitbreidingsplan (Woningwet van  1901) (i). Met de opkomst van gemeentelijke woningbedrijven (hoogtepunt tussen 1950 –  1970) werden gemeenten zelf belangrijke ontwikkelaars. Ze planden niet alleen,  maar realiseerden ook. Sinds eind jaren zestig is deze rol weer afgebouwd. Het  bouwproces werd weer aan ‘de markt’ overgelaten. Daarbij kregen gemeenten  moeite om op kwaliteiten te sturen en de kosten te verhalen.  
      Rechtsonzekerheid
      Met de nieuwe Wet  op de Ruimtelijke Ordening (nWro 2008) schiet de wetgever de gemeente te hulp.  Beoogd wordt het spanningsveld tussen maatschappelijk belang en particulier  eigendom op te lossen. De gemeente wint aan regulerende invloed. Daartegenover  staat dat de effectieve uitoefening van deze invloed vanuit Europa steeds  stringenter aan beperkingen is onderworpen. Staatssteun, aanbestedingsregels en  mededingingsrecht maken de taakuitvoering van de gemeente zwaar, zo niet  onmogelijk. Deze rechtsgebieden zijn bovendien veranderlijk, complex en  gedetailleerd. Het gaat om  instrumentele  bepalingen die in hun uitwerking rechtsonzekerheid veroorzaken (ii). Dat maakt gemeenten kopschuw zodra ze binnen de werkingsfeer van deze  rechtsgebieden opereren. 
      Het exploitatieplan
      De nieuwe Wro  introduceert onder meer het exploitatieplan. Dit plan wordt gelijktijdig met  een bestemmingsplan vastgesteld en omvat de kostenverdeling voor de  grondexploitatie. Het wordt volgens een limitatieve lijst van ‘kosten,  voorzieningen en opbrengsten’ opgesteld. In het huidige wetsvoorstel kunnen de  nutsvoorzieningen hier ook onder worden gebracht, zij het onder restricties.  Potentieel geeft het exploitatieplan gemeenten een instrument om de  ontwikkeling van duurzame nutsvoorzieningen in de grondexploitatie in te  bedden (iii).  
      Grondbeleid en kostenverhaal
      De  aanwezigheid van een sluitende grondexploitatie wordt vanaf medio 2008  verplicht onderdeel van de planprocedure. Gewerkt kan worden langs formele weg  met als kenmerk een eenzijdige vaststelling van het exploitatieplan door de  gemeente. Er kan echter ook langs informele weg worden gewerkt. In dat geval maken  marktpartijen en gemeente onderhands afspraken waarin het kostenverhaal voor de  grondexploitatie geregeld is (iv). 
      Publieke dimensie 
      Naarmate de  gemeente het exploitatieplan op formele wijze toepast trekt zij meer  verantwoordelijkheid naar zich toe. Ze draagt het risico voor een negatief  resultaat. Bovendien zal ze aansprakelijk zijn voor eventuele schadelijke  gevolgen van de uitvoering van het exploitatieplan. De formele weg betekent  verder dat de ontwikkeling een publieke dimensie krijgt die het Europese  aanbestedingsrecht in stelling brengt. In de praktijk zal de gemeente daarom  liever de informele weg bewandelen. Het stramien van het exploitatieplan zal  dan wel tot uitgangspunt gaan dienen, maar de gemeente zal zich bij voorkeur  buiten de sfeer van ontwikkeling en realisatie houden.  
      Zwaartepunt in de voorfase
      Een  waarschijnlijk effect van het vernieuwde juridisch regime is dat het  zwaartepunt van de planontwikkeling meer dan ooit komt te liggen bij de  informele en verkennende voorfase. Relaties met het gemeentehuis winnen voor  marktpartijen aan belang. Voor gemeenten is het dan zaak om processen en  prijsvorming transparant te laten verlopen. Dat betekent onder meer een heldere  visie benoemen, deze goed communiceren en ontvankelijk zijn voor initiatieven  uit de markt. Het voorbereidende traject is niet beheerst door publieke  inspraakprocedures. Deze komen pas aan de orde wanneer de formele  besluitvorming in werking is gesteld. Des te belangrijker voor de gemeentelijke  uitvoeringspraktijk worden juridische leerstukken als de precontractuele fase,  gewekte verwachtingen, transparantie, non-discriminatie en staatssteun.  
      Ruimtelijke orkestratie
      Rol van de  gemeente krijgt daarmee een ander karakter. Deze verschuift van publieke  regeluitvoering naar ruimtelijke orkestratie. Bestuurlijke bevoegdheden blijven  wel de basis van het gezag, maar het spel zelf en de behendigheid bij het  spelen winnen aan belang. De wijze waarop het spel wordt gespeeld wordt in  toenemende mate beheerst door Europese gedragregels voor markt en overheid. De  gemeente krijgt een katalyserende rol en een brokerfunctie. Katalysator is de  gemeente door haar wensen vast te stellen en kenbaar te maken. Broker is ze  door open, stimulerend, responsief, consequent, verbindend en versterkend te  zijn voor reacties uit de markt.  
      
        
          Rol van de gemeente in het proces    van Nieuwe Nutsinnovatie bij projectontwikkeling  | 
         
        
          Rol  | 
          Activiteit  | 
         
        
          Katalysator  | 
          Wat    wil de gemeente? 
              
                - Gemeentebestuur spreekt    doelstellingen en ambities uit.
 
                - Gemeente zorgt voor de    nodige publiciteit.
 
                - Gemeente verkent    mogelijkheden. 
 
                | 
         
        
          Broker  | 
          Response    uit de markt 
              
                - Gemeente verzamelt    initiatieven en initiatiefnemers.
 
                - Gemeente maakt de    initiatieven transparant.
 
                - Gemeente organiseert    informatie- en netwerkbijeenkomsten.
 
                - Gemeente neemt initiatief    voor kennismakingsgesprekken.
 
                - Gemeente helpt    kwartiermakers om passende ideeën om te zetten in haalbare businessplannen,    concrete voorstellen en consortia die de uitvoering op zich willen    nemen.  
 
                | 
         
        
          Openbaar bestuur  | 
          Bestuurlijke    medewerking 
              
                - Bestemmingsplanprocedure. 
 
                - Vaststelling kostenverhaal    / exploitatieplan.
 
                - Vertaling van doelstellingen    in normen (bv EPL).
 
                | 
         
       
      Verschillende rollen van de  gemeente bij Nieuwe Nutsontwikkeling. Het zwaartepunt komt te liggen in een  initiërende voorfase. De gemeente kan als katalysator fungeren om een proces op  gang te brengen. Ook kan ze als broker initiatieven en initiatiefnemers  mobiliseren. Uitoefening van de bestuurlijke publieke bevoegdheden vormen  eerder sluitstuk dan vertrekpunt in dit creatieproces.  
      Markt en overheid
      Als de  gemeente ervoor open staat om haar bedrijfsleven een actieve rol in de Nieuwe  Nutsvoorzieningen te laten spelen moet ze dat vroegtijdig kenbaar maken. Op die  manier kunnen belangstellenden aanslaan en hun ideeën inbrengen. Liefst nog  voordat de randvoorwaarden voor een ontwikkeling al te concreet zijn  vastgelegd (v). In de  huidige praktijk is het niet gebruikelijk dat het omliggende MKB wordt  betrokken bij nieuwe ontwikkelingen. En zeker niet bij invulling van de  nutsvoorzieningen. De eerste keren is uitnodigend initiatief vanuit het  gemeentehuis dan ook meer dan gewenst, en zullen mogelijkheden moeten worden  geïnventariseerd en met het ontwikkelingsproces worden verweven. Kosten hoeven  hierbij niet echt een hindernis te zijn. Verkennende studies naar de  mogelijkheden en bijeenkomsten om het lokale bedrijfsleven te mobiliseren kunnen  doorgaans zonder probleem in de grondexploitatie worden ingebracht. 
      
        Initiële gemeentelijke  uitgangspunten voor een duurzame energievoorziening (voorbeeld)   
        
          - We willen maximaal  gebruik maken van (lokale) duurzame hulpbronnen; 
 
          - We willen woningen  met een hoge energieprestatie;
 
          - We willen geen  ongebreidelde monopoliemacht; 
 
          - We staan open voor  nieuwe organisatievormen;
 
          - We willen een hoog  wooncomfort bieden; en
 
          - We willen  woonlasten beperken. 
 
         
        Ideeën voor de concrete invulling van deze uitgangspunten worden  vervolgens overgelaten aan de markt.   
          Wanneer sprake is van marktwerking hoeft de gemeente eigenlijk alleen  maar te bepalen of en onder welke voorwaarden ze aan zekere voorstellen  medewerking verleent. Ontwikkelende consortia bepalen intussen zelf met wie en  onder welke voorwaarden ze willen samenwerken. 
         
      Een lokaal proces
      Door  bekendmaking van heldere visie en doelstellingen, vergezeld van een uitnodiging  tot initiatief vanuit de gemeenschap, kan de gemeente lokaal een proces in  beweging zetten. Vervolgens moet de gemeente wel consequent meebewegen met de  reacties die worden geoogst, en het proces dat daaruit ontstaat. De  gecommuniceerde bestuurlijke doelstellingen en ambities dienen daarbij als  leidraad. 
      Schoenmaker blijf bij je leest
      De gemeente kan ook zelf de mogelijkheden verkennen voor een  optimale energievoorziening. Voor zover ze dit doet om voor zichzelf een  referentiekader te creëren, valt daar best iets voor te zeggen. Over het  algemeen kan ze echter de door haar meest wenselijk geachte oplossing niet  zonder meer aan marktpartijen voorschrijven. Ze moet dan zelf instappen,  meefinancieren of het geluk hebben dat marktpartijen de door de gemeente  gewenste oplossing geheel zien zitten.  
      Brokerfunctie
      In het algemeen zal het voor de gemeente kostenbesparend en  effectiever zijn om niet te veel op de inhoud te sturen. In plaats daarvan kan  ze meer richting een beoogd (abstracter) resultaat begeleiden. Dit is wat wordt  bedoeld met de brokerfunctie. Hier stelt de gemeente niet hoe een  energievoorziening er uit moet zien, maar faciliteert een proces waarin initiatieven  uit de gemeenschap inzichtelijk worden en voedingsbodem krijgen.    
      Vorming van consortia
      Doel van het  brokerschap is om de ideeën en met name het ondernemerschap dat leeft rondom de  voorgenomen planontwikkeling te inventariseren, transparant te maken en  partijen de gelegenheid te geven te komen tot samenwerking. Hieruit kunnen  consortia ontstaan die de integrale projectontwikkeling - of onderdelen daarvan  - oppakken. De grondpositie blijft belangrijk: de eigenaar van de grond - of de  ontwikkelaar die het van de eigenaar verwerft - zal veelal de spil zijn in de  consortiumvorming (vi). 
      Mededinging en competenties
      De brokerrol  moet non-discriminatoir en transparant worden uitgevoerd. Partijen mogen  niet worden bevoordeeld en vooroverleg mag niet leiden tot uitsluiting van  mededinging. Dit moet ook achteraf aantoonbaar zijn (vii). Gerichte aansturing op realisatie  van de doelstellingen vraagt bovendien om competenties op betrokken  vakgebieden. De gemeente doet er derhalve verstandig aan om reeds bij  vaststelling van de doelstellingen rekening te houden met de bijbehorende  bemensing.   
      Kwartiermaker
      De brokerrol  hoeft niet noodzakelijk door de gemeente zelf te worden uitgevoerd. Ze kan ook  door externe dienstverleners, belangengroepen of marktpartijen op zich worden  genomen. Zeker wanneer de visie- en consortiumvorming rond een Nieuwe  Nutsvoorziening al concreet begint te worden, kan de gemeente wat afstand  nemen. Er ontstaat dan meer behoefte aan een kwartiermaker die helpt de ideeën  van een consortium verder uit te werken. Daarbij vind dan een overgang plaats van algemeen belang naar concurrentiele  belangen. Per geval zal moeten worden bekeken of en onder welke voorwaarden de  gemeente een bijdrage levert aan de inzet en aansturing van een kwartiermaker.  Bij een eventuele geldelijke bijdrage is het daarbij verstandig om onder de ‘de  minimis’ (viii)  drempel te blijven, zoals ingesteld door de Europese Commissie. Dat vermindert  de kans dat de bijdrage wordt uitgelegd als ongeoorloofde staatssteun. Ook is  het verstandig om concurrerende consortia gelijke faciliteiten te bieden voor  ontwikkeling van hun visie.       
      
        Het Valenciaans model: de Urbanisator 
          Eye-opener  biedt het ‘Valenciaans model’. Hierin wordt de initiërende rol voor een  grondexploitatie aan een marktpartij over gelaten: de urbanisator. Deze kan  zonder grondpositie op eigen initiatief of in opdracht van de gemeente een plan  ontwikkelen. Na vaststelling van dit plan door de gemeente krijgt de  urbanisator bevoegdheden geattribueerd. De overheid maakt haar ruimtelijk  instrumentarium dienstbaar aan de uitvoering van het plan. Ruilverkaveling kan  een onderdeel zijn. Binnen de nieuwe Wro komt een vergelijkbare mogelijkheid  voor Nederland in vizier. Het verplichte kostenverhaal kan ingebrachte gronden  omvatten. Aldus lijkt een ruilverkavelingsconstructie - essentieel voor het  Valenciaans model - tot de mogelijkheden te gaan behoren.  
       
      
        Stadia van consortiumvorming 
  Het proces van consortiumvorming kan in de volgende vier stadia worden  ingedeeld. De eerste twee stadia (1 en 2) passen bij respectievelijk de  katalysator en brokerrol die de gemeente op zich kan nemen. Bij de verdere  stadia (3 en 4) kan de gemeente die voornemens is de activiteiten aan de markt  over te laten, beter wat afstand nemen en de markt zijn werk laten doen.   
        
          - Bewustwording  (katalysator): belanghebbenden  moeten de kansen leren  zien die Nieuwe Nuts biedt, en elkaars problemen en  verantwoordelijkheden leren kennen. 
 
          - Verkenning en  snuffelen (broker): in vrijblijvende  sfeer kunnen belanghebbenden aan elkaar snuffelen en  bezien of er iets gemeenschappelijks ontstaat.
 
          - Stoelendans  (kwartiermaker): vanuit een  gemeenschappelijke basis, belangen en motivaties uitwisselen. Voor ieder moet  er wat in zitten. Een stoelendans met voldoende stoelen, louter winnaars en  geen verliezers. 
 
          - Zaken doen  (belanghebbenden): spelregels  afspreken, inclusief evenwichtige verdeling van de lasten en de baten en  hardheidsclausules voor als het anders mocht lopen.  
 
         
          
       
      Spontane aanbieding
      De  kwartiermaker staat het best buiten de direct betrokken commerciële belangen en  zoekt afstemming tussen de initiatieven in het veld en het ontwikkelingsproces  dat gaande is. Dit kan resulteren in een uitgewerkte ‘spontane aanbieding’ voor  invulling van een Nieuwe Nutsvoorziening. Die aanbieding hoeft niet gericht te  zijn aan de gemeente. Ze kan ook zijn gericht aan de ontwikkelende partijen die  invulling moeten geven aan de beoogde doelstellingen voor het gebied. De  aanbieding kan hen dan helpen die doelstellingen waar te maken.   
      Overheidsprocedures
      Indien het  voorstel wel gericht is aan de gemeente zal doorgaans sprake zijn van een  situatie die beheerst wordt door richtlijnen en procedurevoorschriften voor  overheidsaanbesteding. Aanbiedingen aan ontwikkelende marktpartijen zijn niet  onderworpen aan die richtlijnen.  Wel  kunnen deze een rol spelen bij de grondtransactie of bij toekenning van een  bijzonder recht (concessie). De Nieuwe Nutsvoorziening is dan onderdeel van de  overkoepelende exploitatie-overeenkomst, waarbij wordt getoetst of ze voldoet  aan de doelen, ambities en randvoorwaarden van de gemeente. In die  exploitatieovereenkomst worden de doelstellingen daartoe vertaald in normen.  Aansluitend verleent de gemeente de benodigde ruimtelijke medewerking zoals  vaststelling van het bestemmingsplan. Indien de voorstellen niet voldoen aan de  gemeentelijke wensen kan ze alsnog besluiten om de grondexploitatie zelf te  detailleren en het exploitatieplan eenzijdig vast te stellen (ix).  
      Marktconformiteit
      Bij een actief  grondbeleid - de gemeente geeft zelf de gronden uit - heeft de gemeente  potentieel positie om uit verschillende consortia te kiezen. Partijen kunnen  daarbij inspelen op de wensen en doelstellingen van de gemeente, om zo de  ‘beauty contest’ te winnen. Hier is weer enige spanning met ‘Europa’.  Belangrijk is dat de gemeente de gronden marktconform uitgeeft (x), wat zwaarder kan wegen dan dat de grond naar ‘de hoogste bieder’ gaat. De  gemeente kan bij de grondtransacties andere factoren laten meewegen dan alleen  de prijs. Bijzondere kwaliteiten van het project kunnen ook doorwerken in de  uitgifteprijs, zolang de kostenposten en systematiek van het exploitatieplan  maar worden gevolgd (vanaf invoering van de nieuwe Wro, naar verwachting per 1  juli 2008).  
        
      
       |