Rol van het net
Laatst geactualiseerd in 2007
De rol van het net verschuift van transport naar stabilisatie. Het wordt minder gebruikt om fossiele energie over lange afstanden te transporteren, en meer om lokale tekorten en overschotten aan duurzame energie te verevenen.
Centralisering
De huidige nutsvoorzieningen zijn ooit decentraal begonnen. Pas later (2e helft 20e eeuw) zijn ze grootschalig geworden en ontstonden de landelijke energienetten. Het landelijke hoogspanningsnet was aanvankelijk bedoeld ter stabilisering van de lokale netten. Deze konden zo hun overschotten en tekorten verevenen. Door plaatsing van grote gas-, kolen- en kerncentrales kreeg het net echter ook de taak om elektriciteit naar de lokale distributienetten te transporteren. Aldus leverde het hoogspanningsnet een bijdrage aan centralisatie van de energievoorziening.
Allengs is de energievoorziening afhankelijk geworden van het centrale net en de industriële centrales. Dit gaat ten koste van het rendement van de energieomzetting. Bovendien maakt afhankelijkheid van de centrale netten de energievoorziening kwetsbaar, bijvoorbeeld voor terreuraanslagen. Het landelijke hoogspanningsnet is tegen kwade opzet nauwelijks te beschermen. Grote gebieden komen bij beschadiging van dat net zonder stroom te zitten. Een decentrale opzet maakt de energievoorziening minder kwestbaar. Ook bij uitval van de hoogspanningsnetten kan lokaal de energievoorziening dan worden gecontinueerd.
Windenergie
De opkomst van windenergie levert nieuwe uitdagingen voor het elektriciteitsnet. Het grillige windaanbod brengt de netstabiliteit in gevaar. Ook hier hebben decentrale systemen een stabiliserende werking. Lokaal vermogen kan meestal snel worden bij- en afgeschakeld. Daarmee kan efficiënt tegenwicht worden geboden aan het fluctuerende aanbod van windenergie. Dergelijk stabiliserend tegenwicht is zelfs een voorwaarde om grootschalige inzet van windenergie daadwerkelijk milieuvriendelijk en rendabel te maken.
Vervangingsinvesteringen
Transformatie van de infrastructuren kost natuurlijk veel geld. Dit hoeft echter geen hindernis te vormen. Veel van de huidige netten zijn aan vervanging toe. De grootste investeringen in de energienetten vonden plaats in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. De komende jaren wacht een golf aan vervangingsinvesteringen.
In 15 jaar getransformeerd
In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw bleek het mogelijk om in korte tijd over te schakelen van olie en kolen op aardgas. Dat dit een nieuwe landelijke infrastructuur vroeg bleek kennelijk geen probleem. Aardgas werd politiek gewenst en bood voordelen, zoals minder internationale afhankelijkheid en groter comfort. Belangrijk was natuurlijk de enorme gasvondst in Slochteren (1960). De plotseling ontdekte ‘eigen’ energiebron kon kennelijk voldoende enthousiasme losmaken, om deze in korte tijd ook te gaan benutten. In circa vijftien jaar had deze energietransitie zijn beslag. Het was echter wel een eenzijdige omschakeling wat natuurlijk zijn weerslag had. Na die vijftien jaren keerde het beleid en werd juist een groter aandeel steenkool en kernenergie gewenst.
Een halve eeuw aardgas
In 1960 waren steenkool en stookolie de primaire fossiele energiebronnen in Nederland. Met de aanleg van het aardgasnet veranderde dat. In korte tijd is Nederland nagenoeg geheel op aardgas overgeschakeld.
Vandaag is aardgas de standaard. Vijftig jaar geleden waren kolen dat. En met het perspectief van de nationale aardgasbel (nog ca 15 jaar te gaan) zal het ‘morgen’ wellicht weer anders zijn.
Beeldende weergave van een gerealiseerde energietransitie in Nederland. Nadat in de jaren zestig het politieke besluit werd genomen om over te schakelen op aardgas duurde het slechts circa vijftien jaren voordat de energievoorziening overwegend was overgeschakeld. Deze eenzijdige overschakeling op aardgas bracht echter ook een tegenbeweging op gang. Bewezen is in ieder geval wel dat energietransitie in korte tijd goed mogelijk is. Bron: De Jong et al., Dertig Jaar Nederlands Energiebeleid, Clingendael International Energy Programme, 2005.
Tweerichtingsverkeer
De techniek heeft intussen niet stil gestaan. De distributienetten uit de vorige eeuw zijn ingesteld op éénrichtingsverkeer: levering aan de verbruiker. Een modern elektriciteitsnet houdt echter rekening met levering én teruglevering. Dit stimuleert de stabiliteit en duurzaamheid. Voor huishoudens wordt het zo aantrekkelijk om zelf uit zon en wind elektriciteit te gaan oogsten.
Tweerichtingsverkeer in de netten is bovendien een logische en noodzakelijke stap die hoort bij de liberalisering van de energievoorziening. Zonder deze stap blijft marktwerking vooral een papieren belofte. Met tweerichtingsverkeer ontstaat daadwerkelijk een markt en competitie. De energieefficiency, diversificatie en technologische innovatie kunnen dan eindelijk een vlucht gaan nemen.
De waterketen
Ook in de afvalwaterketen zijn kansen te benutten die leiden naar echte competitie en duurzaamheidsinnovatie. Een andere opzet van het riool en de waterzuivering zijn daarvoor vereist. Net als in de elektriciteitsnetten staat in de waterketen een golf van vervangingsinvesteringen te wachten. Ook hier bestaat dus de nodige ruimte om bestaande voorzieningen niet alleen te vervangen, maar vooral ook te verbeteren.
Markt voor duurzame technieken
Voor Nieuwe Nuts is dat uiteraard een goed vooruitzicht. Ook op bestaande locaties zullen de komende jaren mogelijkheden ontstaan waar de nutsvoorzieningen op kringloopprincipes kunnen worden gebaseerd. Daarbij kan dan efficiënter met beschikbare hulpbronnen om worden gegaan en kan het aandeel ‘duurzaam’ worden vergroot. Bovendien worden zo situaties gecreëerd waarin reeds beschikbare duurzame technieken daadwerkelijk worden ingezet. Dat creëert tevens een markt voor verdere ontwikkeling en toepassing van deze technieken.
De rol van het elektriciteitsnet
Bij decentralisering van nutsvoozieningen is het niet de bedoeling om los te raken van de (inter-)nationale netten. Wel zal de functie van die netten weer verschuiven: van centrale belevering naar verevening tussen decentrale systemen. Netneutraliteit wordt daarbij belangrijker dan ooit; de vrije toetreding tot het net (met name voor levering en teruglevering) is een belangrijke voorwaarde voor een snelle ontwikkeling van duurzame lokale nutsvoorzieningen.
Decentrale gelijkstroomnetten
Naast een andere opzet van bestaande netten, is ook te denken aan andersoortige netten. Deze dienen niet ter vervanging, maar vormen een aanvulling op bestaande voorzieningen. Zo kan een plaatselijk gelijkstroomnet een bijdrage leveren aan energie-efficiency en hoger comfort. Wisselspanning is efficiënt voor transport van elektriciteit. Maar voor de lokale oogst van duurzame elektriciteit en voor milieuvriendelijke lampen en apparaten, is gelijkstroom vaak weer beter. Decentraal denken betekent dat nieuwe mogelijkheden ontstaan. Zelfvoorzienende woonwijken zouden dan een eigen gelijkstroomnet hebben, naast het algemene wisselspanningsnet. Dergelijke gecombineerde infrastructuren maken de energievoorziening haast onverwoestbaar. Zelfs bij grote calamiteiten en storingen in de algemene netten zal minstens de benodigde hulpenergie beschikbaar zijn om primaire voorzieningen te laten functioneren.
|