Duurzaamheid als sturend principe
      Laatst geactualiseerd in 2007
      De ruimtelijke ordening maakt veel gebruik van scheidingen:  stad en land; rood en groen; wonen en werken. Ze worden niet alleen  onderscheiden maar ook ruimtelijk van elkaar gescheiden. Nieuwe Nuts legt hier  een nieuw accent. Het stelt juist het vlechtwerk van lokale functies centraal.  Het zoekt een dynamiek van vraag en aanbod en manieren waarop lokale functies  elkaar kunnen aanvullen en versterken. Energie- en massabalans zijn daarbij  sturende principes. Ook de organisatievraagstukken krijgen al vroeg in het  proces de aandacht.  
        
      Bij  ruimtelijke ontwikkeling worden gebieden opgesplitst. Ruimtelijke functies  worden gescheiden en als afzonderlijke projecten ontwikkeld. De natuurlijke  betrekking tussen functies gaat zo verloren en kansen voor duurzaamheid worden  gemist. Bij Nieuwe Nuts worden verschillende ruimtelijke functies juist op  elkaar betrokken. Dat vraagt een integrale planning en organisatie van de  synergie.   
      Verbindend proces
      InnovatieNetwerk heeft de vervlechting van ruimtelijke  functies tot thema gemaakt met concepten als Agropolis (i) en de Zonneterp (ii). Deze  betrekken stad en land functioneel op elkaar, met als resultaat duurzame  kringlopen voor energie, voedsel en water. Toegepast in de praktijk levert dit  een verdere vervlechting op van functies en de inzet van lokaal  ondernemerschap. Zo ontstaan verbindingen tussen locaties, functies en  partijen. Ruimtelijke orkestratie wordt daarmee een proces van verkenning,  uitwisseling en samenwerking. Een verbindend proces dat traditionele plan-,  kavel- en organisatiegrenzen overschrijdt.  
      Dit proces geeft nieuwe dimensies aan de ruimtelijke  planning. Het potentieel van het gebied en haar (toekomstige) bewoners moet  worden gekend en begrepen. Vanuit de mogelijkheden worden nieuwe samenwerkingen  gezocht. Het volstaat daarbij niet om alleen de technische of ruimtelijke  mogelijkheid te schetsen. De samenwerking moet ook worden georganiseerd:  partijen samengebracht, belangen afgestemd en Nieuwe Nutsvoorzieningen  ontworpen. Dit alles gaat vooraf aan feitelijke realisatie van enig bouw- of  bestemmingsplan. 
      
        Revolutie in de stedenbouw? 
          Nieuwe Nuts voegt iets wezenlijks toe aan de  stedenbouwkunde. Uitgangspunt voor de inrichting wordt de fysieke potentie van  het gebied. Niet alleen de vorm, maar vooral ook de energie- en massabalans  worden sturend. Bestaande en geplande bedrijvigheid wordt daarbij betrokken.  Welke potenties zijn aanwezig? Wat kan de omgeving dragen? Welke functies  kunnen daarvan profiteren? Pas als deze vragen zijn beantwoord kunnen de  ruimtelijke functies en hun onderlinge samenhang op duurzame wijze worden  gepositioneerd.  
       
        
       Bij Nieuwe Nuts  wordt gebiedsbestemming niet alleen gebruikt om functies te onderscheiden, maar  vooral ook om ze onderling te verbinden. Het ontwikkelingsproces, de infrastructuur  en de organisatie daarvan worden dan afgestemd op de beoogde functies en de  betrokken belangen en partijen, waaraan de bestemming dienstbaar is.   
      
        Co-siting 
            In plaats van  deelprojecten af te zonderen en zelfstandig uit te voeren, zoekt Nieuwe Nuts  naar de samenhang. Die speelt zich af op het technische niveau waar balans  wordt gebracht in de stromen van energie en materialen. Bovendien wordt  rekening gehouden met de belangen die er spelen. Ruimtelijke ordening wordt zo  veel meer dan het intekenen van de landkaart. Die kaart wordt een speelveld. En  er wordt ook gekeken naar de spelers en het spel dat ze spelen. Welke voordelen  zullen ontstaan als allen samen spelen? 
       
            
      
        Bestaande potenties 
          Nieuwe Nuts betekent in de praktijk vooral:  lokale potentie in beweging brengen. De Zonneterp is hiervan een goed  voorbeeld. Door de praktijk werd het enthousiast ontvangen en binnen korte tijd  in daden omgezet. De capaciteiten blijken vaak al aanwezig. Er was gewoon nog  niet aan gedacht om ze in de nutsvoorziening te betrekken. Maar wanneer de stap  eenmaal is gezet blijkt het logisch en voor de hand liggend om lokaal de handen  ineen te slaan en duurzame voorzieningen te creëren.   
       
             
      
        Wat het land dragen kan 
          Volgens Prem Bindraban - teamleider  Natuurlijke Hulpbronnen bij Plant Research International, WUR - levert het  aardoppervlak onvoldoende ruimte om op basis van biomassa in de totale  energiebehoefte te voorzien. Hij stelt bovendien dat teelt van energiegewassen  ten koste gaat van voedselproductie en bodemkwaliteit. De voedingsbasis voor  plant en dier (inclusief mens) zou erdoor worden uitgehold. Prem Bindraban stelt dan ook voor om in de teelt niet het energiegewas  centraal te stellen, maar de plaatselijke landbouwkundige mogelijkheden (bron: de Volkskrant, 10 januari 2007). 
        Nieuwe nuts volgt dit advies op en levert  maatwerk om rendement te halen uit plaatselijke potenties van landbouw,  veelteelt en natuurbeheer. Daarbij moet dan wel een balans in acht worden  genomen, want duurzame kringlopen worden ontworpen op basis van wat het land  dragen kan.  
       
      Initiatiefnemers
      De voorfase wint derhalve aan belang. Eerst zullen  mogelijkheden moeten worden verkend. Het gaat daarbij om techniek, aanwezige  partijen, belangen, te betrekken derden en organisatiestrategie. In Waddinxveen   heeft de tuinbouwsector het voortouw genomen door kansen te  verkennen, partijen bijeen te brengen en structuur aan de onderlinge  samenwerking te geven. In het Westland blijkt de gemeente een belangrijke  draaischijf voor de matching van mogelijkheden en lokaal ondernemerschap (iii). Ze doet dit vooral door belangstelling te tonen voor nutsdiensten vanuit de  glastuinbouw. Daarbij is ze ontvankelijk voor serieuze initiatiefnemers en  verstrekt ze informatie over voorgenomen plannen, opdat initiatienemers hierop  kunnen voorsorteren. 
      Voorstellen van initiatiefnemers zullen aan basale eisen  moeten voldoen. Nieuwe Nutsvoorzieningen moeten veilig, betrouwbaar, duurzaam  en betaalbaar zijn. Ook voor langere termijn moet de continuïteit zijn geborgd.  
      Gezamenlijk investeren
      Als de mogelijkheid geboden wordt om duurzame Nieuwe  Nutsvoorzieningen te creëren, dan blijken techniek en ondernemerschap niet de  beperkende factoren. Zij creëren juist de mogelijkheden en bedienen graag de  aanwezige vraag. Meer aandacht vragen de betrokken belangen, het proces en de  organisatie. Verschillende partijen zullen over de grenzen van hun normale  werkwijze heen moeten kijken. Projectontwikkelaars moeten bereid zijn om de  woningen aan de bijzondere omstandigheden aan te passen. Nutsproducenten (iv) moeten wellicht uitbreiden en hun bedrijfsprocessen aanpassen. Samenwerkende  partijen moeten gezamenlijk investeren om de haalbaarheid van beoogde  voorzieningen te onderzoeken. Dit gebeurt in een fase waarin nog veel onzeker  is.  
      Het Nieuwe Nutswaarborgfonds
      Grote bouwprojecten worden gefaseerd uitgevoerd. De totale  ontwikkeling kan jaren in beslag nemen. Het kan lang duren voordat er voldoende  massa is bereikt die de aanleg van Nieuwe Nutsvoorzieningen rechtvaardigt.  Tegenover investeringen moet ook omzet staan en verschillende partijen moeten gecoördineerd  investeren. Hier ontstaat gevoelige afhankelijkheid. Grote nutsbedrijven kunnen  de risico’s van verkeerde timing overleven. Lokaal MKB kan er echter aan ten  onder gaan. Marktomstandigheden en formele procedures brengen onzekerheden in  de ontwikkeling waar rekening mee moet worden gehouden. Vorming van een  waarborgfonds kan hierbij nuttig zijn. Risico’s van haperingen in de fasering  worden dan overkomelijk, bijvoorbeeld door omzetgarantie voor anticiperende investeringen. In tabel 16 (hoofdstuk 16)  wordt dit fonds nader gespecificeerd, onder de noemer  ‘Synchronisatiefonds’.   
      Meervoudig ruimtegebruik
      Nieuwe Nuts vraagt een integraal ontwerp van de ruimte en  leidt tot meervoudig ruimtegebruik. De biomassa die binnen een straal van ca  7-9 km groeit kan circa tweeduizend woningen van elektriciteit voorzien (v). Aangevuld met zon, wind en reststromen kan zo lokaal een duurzame  zelfvoorziening worden bereikt. Dezelfde vierkante meter krijgt meerdere  functies zoals ruimte voor waterberging gecombineerd met oogst van aquatische  biomassa. Meervoudig ruimtegebruik kan ertoe leiden dat woningen in lagere  dichtheden worden gebouwd. Zo wordt de leefomgeving aantrekkelijker en wordt  het vastgoed meer waard. De uitdaging is dan niet om zo weinig mogelijk  vierkante meters land te gebruiken maar om het land zo hoogwaardig mogelijk in  te richten. Dat kan worden bereikt door groen en rood niet te scheiden maar er  duurzame vlechtwerken van te maken. Integraal ontwerp van verschillende  functies (landschap, wonen en werken) levert bovendien economisch draagvlak  voor milieuwaarden waarop nu vaak roofbouw wordt gepleegd.  
        
       Glas- of  spiegelland. Links en midden: Zonne-energie opgewekt in Spanje (Solucar, PS10  zonnestroom centrale 11MWe / 23 GWh/jaar). Voorbeeld van enkelvoudig  ruimtegebruik voor duurzame energievoorziening. Het gebied heeft louter de  functie van zonnecentrale. Rechts: Glastuinbouwkassen  kunnen water zuiveren en zonlicht oogsten voor de buurt. Er komen meerdere  functies op dezelfde vierkante meter. Lokaal MKB kan differentiëren door taken  in de lokale nutsvoorziening op zich te nemen en tegelijk het eigen  bedrijfsproces te verduurzamen. Met Solucar krijgt de grond dus louter een energiefunctie, terwijl bij  Zonneterp nutsfuncties aan bestaand grondgebruik worden toegevoegd. Solucar  past bij zelfstandige exploitatie door een energiebedrijf. Zonneterp past bij  de lokale samenwerking rond Nieuwe Nuts.  
        
      
       |