Het Carré te Delfgauw
Laatst geactualiseerd in 2007
Het Carré te Delfgauw is een complex van 49 bereikbare huurwoningen. Dit complex is ontwikkeld door Vestia Ceres en overgedragen aan Stichting Rondom Wonen (de lokale ‘corporatie’ van Pijnacker Nootdorp). Het Carré is uitgevoerd met bodemwarmtewisselaars, warmtepomp, zonnepanelen en zonneboiler. De woningen hebben geen gasaansluiting (‘all-electric’). Voor bewoners die bewust omgaan met hun energieverbruik kan het voordeel groot zijn. Energierekeningen bedragen tussen de 50 en 80 euro per maand (installaties én overig gebruik, prijspijl 2005).
Vestia Groep
De Vestia Groep heeft zich onderscheiden met de realisatie van enkele decentrale warmteprojecten, gebaseerd op lokale duurzame warmtebronnen. Voor ‘Duindorp’ wordt zeewater gebruikt. In ‘Pisuissestraat’ gaat het om een combinatie van grondwater en zonnewarmte. CV-ketels worden vervangen door warmtepompen die laagwaardige warmte (van zee- en grondwater) opwaarderen voor ruimte- en tapwaterverwarming. In deze projecten wordt een aanmerkelijke besparing bereikt op fossiele brandstoffen. Dit gaat gepaard met een hoger comfort in de vorm van vloerverwarming, ruimtewinst en koeling in de zomer.
Plaats, naam |
Initiatiefnemer |
Typering |
Delfgauw, Het Carré |
Vestia Groep |
Decentrale warmtevoorziening (individueel) op basis van zon en grondwater. |
Den Haag, Duindorp |
Vestia Groep |
Decentrale warmtevoorziening (collectief) door zeewatercentrale.
|
Den Haag, Pisuissestraat |
Vestia Groep |
Decentrale warmtevoorziening (collectief) op basis van zon, grondwater en vereveningsnet. |
Drie Nederlandse voorbeeldprojecten voor verduurzaming van de nutsvoorziening.
Beheersing van woonkosten
In ‘Het Carré’ te Delfgauw komen de kostenvoordelen geheel ten goede aan de bewoners. Hierdoor kunnen de bewoners in hoge mate hun energielasten zelf beheersen. Sommige huishoudens weten de totale energielast te beperken tot vijftig euro per maand. Bewust gedrag wordt merkbaar financieel beloond. De woningen zijn verhuurd aan een geselecteerde doelgroep van milieubewuste bewoners.
Bij haar pionierswerk kwam Vestia natuurlijk de nodige problemen tegen. Enkele lagen op technisch gebied, zoals een onverwachte werking van zeewater in het leidingennet. De grootste hoofdbrekers waren echter de organisatorische aspecten zoals: wie is eigenaar van het leidingennet, wie is verantwoordelijk voor leveringszekerheid en wie verzorgt de voorlichting aan de bewoners?
Nieuwe vragen leiden ook tot nieuwe business en tal van dienstverleners en leveranciers blijken ‘in de markt’ om hierop in te spelen. De benodigde dienstverlening bleek dan ook wel te realiseren. De centrale vraag wordt dan: tegen welke prijs? Want wat Vestia met haar innovatieve projecten vooral wil laten zien is “dat het heel goed mogelijk is om wooncomfort, energiebesparing en lage woonlasten te combineren”.
|