Nieuwe Nuts

Prijsvorming

Laatst geactualiseerd in 2007

Nieuwe Nutstarieven steken gunstig af ten opzichte van de tarieven voor mijnbouw/fossiel georiënteerde voorzieningen. De prijzen van fossiele brandstoffen zijn immers niet kostprijs gerelateerd. Er is sprake van marktprijzen die volgens de theorie ontstaan in een wisselwerking tussen vraag en aanbod. Door beperkt aanbod en de marktmacht van grote spelers in de energiewereld, is de prijs enigszins te sturen. In een consoliderende en globaliserende wereld neemt die marktmacht zelfs toe. De prijzen kunnen zeker opwaarts worden gestuurd. Of het ook neerwaarts kan is - wat olie betreft - mede afhankelijk van de peak-oil theorie, volgens welke de olieproductiecapaciteit structureel afneemt bij een groeiende wereldwijde vraag. Wanneer deze theorie juist is, is het vermogen tot neerwaartse prijsbeïnvloeding op de oliemarkt minder sterk.(i)

Traditioneel zijn de energiepartijen bereid de energieprijzen - tijdelijk - te laten dalen om nieuwe toetreders en concurrentie van de markt te weren. Mocht dat vermogen thans begrensd zijn, dan mag de wereld zich vooral verheugen in het peak-oil fenomeen. Het betekent dat na meer dan 100 jaar oliedominantie, de doorbraak van duurzame technieken niet meer tegen te houden is, althans niet via de olieprijs.  

Hegemonie van de olie

De wereldwijde fossiele afhankelijkheid is niet het resultaat van technologische ontwikkeling. Sterker nog, had het aan de techniek gelegen dan was de industrie veel eerder op ‘duurzaam’ overgeschakeld. De oorzaak van de fossiele afhankelijkheid wordt gevonden in economische en politieke factoren.

De eerste grote toepassing van olie was verlichting, op basis van kerosine. Toen rond 1900 het elektrisch licht doorbrak verkeerde de olie-industrie dan ook in grote onzekerheid. Tot opluchting van de olie bood de opkomende auto-industrie een alternatief. Maar dat ging niet zonder slag of stoot. De eerste auto’s die Thomas Edison liet rondrijden werden aangedreven door elektromotoren, en de verbrandingsmotoren die Rudolf Diesel bouwde waren bedoeld voor plantaardige oliën. Toen een assistent van Thomas Edison, Henry Ford, zich op de verbrandingsmotor stortte, had plantaardige brandstof (ethanol) ook voor hem aanvankelijk de voorkeur.

De Amerikaanse oliebelangen waren in die tijd dank zij de innige samenwerking van de olie-, staal- en spoorwegbaronnen geconsoliseerd in het Standard Oil oligopolie. De Standard Oil wist Ford ertoe te bewegen op fossiele olie over te schakelen, dat in overmaat en tegen geringe bedragen werd aangeboden. Maar Ford, een boeren zoon, bleef lonken naar het plantaardige alternatief. In 1941 presenteerde hij de eerste auto die was gebouwd van plantaardige kunststoffen en liep op plantaardige brandstof. Hennep was een cruciale grondstof voor zowel de kunst- als brandstoffen die Ford daarbij gebruikte. Als het aan Ford lag zou de auto van de toekomst  op de volle grond worden geteeld!

Door de eeuwen heen was hennep - net als later olie - een (militair) strategische grondstof. Wegens de sterke waterbestendige vezel heeft het historische betekenis voor de scheepvaart en de kolonisatie. Gedurende de eerste decennia van de 20e eeuw werden in de VS grote inspanningen geleverd om de arbeidsintensieve hennepteelt te mechaniseren. Net toen dit succes bleek te hebben en hennep - onder andere in de chemie - een geduchte concurrent dreigde te worden van olie, raakte hennep in de verdrukking. Dit valt toe te schrijven aan de actieve Amerikaanse landbouwpolitiek en de monetaire situatie van de jaren dertig en de anti-hennep propaganda in verband met de THC-houdende variant.

Ook warmtetarieven zijn niet kostprijs gerelateerd. Het energiebedrijf hanteert in plaats daarvan een vraagprijs. Bij afwezigheid van een warmtemarkt kan deze niet op een markt worden gevormd. Derhalve wordt de onderbouwing van de vraagprijs geconstrueerd. Als referentie wordt daartoe aangeknoopt bij de huishoudelijke energiekosten in een aardgasgestookte - en derhalve olieprijsgerelateerde - situatie. Deze beprijzingsconstructie staat bekend als het ‘niet meer dan anders principe’ (nmda). In de komende Warmtewet wordt dit principe hoogstwaarschijnlijk gehonoreerd als tariefplafond. In principe komt het erop neer dat de energiebedrijven de hoogst mogelijke prijs rekenen waarmee ze maatschappelijk kennelijk nog wegkomen.

Virtuele belasting op warmte
Over warmtelevering hoeft geen energiebelasting te worden gerekend. Toch betrekken energiebedrijven deze belasting in het warmtetarief. Dit volgens het ‘niet meer dan anders principe’ (nmda). Berekening van de belasting wordt gerechtvaardigd met referentie naar de gassituatie. Over gas wordt wel energiebelasting gerekend en volgens nmda hoeven warmtekleinverbruikers niet minder te betalen dan gaskleinverbruikers. Aldus betrekt het energiebedrijf de energiebelasting in de prijs en rekent deze vervolgens aan zichzelf toe. 

Voor Nieuwe Nuts gelden geheel andere prijsvormende mechanismen. Wanneer kleinverbruikers - als lid of participant van het Nieuwe Nutsbedrijf - kunnen meepraten over de energieprijzen, zullen zij het prijsvormend principe van ‘we rekenen een zo hoog mogelijk tarief’ niet aanvaarden. Ze willen een redelijk tarief dat kwaliteit en continuïteit kan garanderen. ‘Niet meer dan anders’ zal dan worden vervangen door ‘kostprijs plus marge’ (integrale kostprijsmethode).

De prijsvorming bij Nieuwe Nuts kan afhankelijk worden gesteld van de financieringslasten, de inkoop bij de producenten, de noodzakelijke en gewenste vervangings- en innovatiereserves en de kosten van de beheer- en serviceorganisatie. Nieuwe Nuts maakt de feitelijke kosten transparant en communiceert daarover met de participanten. De participanten stellen de tarieven vervolgens gezamenlijk en in overleg vast.

Een groter contrast met de huidige praktijk is nauwelijks denkbaar. De Algemene Rekenkamer moest na onderzoek van de tariefstelling voor stadsverwarming (2007) vaststellen dat geen enkel energiebedrijf de feitelijke kosten en rendementen van stadsverwarmingsprojecten inzichtelijk maakt. De overheid gaat intussen wel akkoord met tarifering volgens het ‘nmda-principe’, zonder dat inzicht in kosten en rendementen wordt geëist. Onder die omstandigheid zal het Nieuwe Nuts niet moeilijk vallen om ‘aanmerkelijk goedkoper dan anders’ te worden.
 

Transparantie en zeggenschap
Over nmda-tarieven bestaat bij kleinverbruikers veel onvrede. De berekeningsmethoden zijn niet transparant en veel huishoudens blijken per saldo duurder uit. Een alternatief zou zijn: ‘kostprijs plus marge’ (met als plafond het nmda-tarief). Dat vraagt wel de nodige transparantie van het warmtebedrijf. Deze transparantie werd door de energiebedrijven tot dusver nooit gegeven. Toch zou hierop kunnen worden aangestuurd door in te zetten op  gemeenschappelijke warmtenetten. De distributie-infrastructuur wordt daarbij verbonden aan de woningen. Het collectief van bewoners heeft inzage in de jaarcijfers en medezeggenschap over de tariefstelling.

Structurele kostenbeheersing
Warmtelevering brengt een natuurlijk monopolie. De meest evenwichtige situatie daarbij ontstaat wanneer dit monopolie in handen van de  belanghebbenden zelf wordt gebracht (gemeenschappelijk net). Partijen van buiten hebben een aanhoudende impuls om tarieven op te drijven. Alleen de direct belanghebbenden hebben een aanhoudende drijfveer om de kosten en de marges te beheersen.

 

 

 

Nieuwe Nuts

Download het rapport

 
Achtergronden van Nieuwe Nuts
Alternativenergiedorf Güssing
Nieuwe Sanitatie in Sneek
Bioenergiedorp Jühnde
De Gouden Leeuw
De Zonneterp
Het Carré

Waarom Nieuwe Nuts?
Duurzaamheid
Eindige hulpbronnen
De kringloopeconomie

Ontwikkelingen in NL
Lokale vlechtwerken
Individueel en collectief

Drijvende krachten
Rol van het net
Industriële revolutie
Procesintensificatie

Belemmeringen
Gevestigde belangen
Nieuwe schaarste
Internationalisatie en marktwerking

Belang van elektriciteit
Elektriciteit en warmte
Decentrale elektriciteistvoorziening
Toekomst van de elektriciteitsvoorziening

Ruimtelijke orkestratie
Duurzaamheid als sturend principe
Centraal of decentraal
Innovatie in de Nieuwe Nutszone

Ruimtelijke sturing
Nutsvoorzieningen
Rol van de gemeente
Duurzaamheid en exploitatieplan

Betrokken bewoners
Bewonersparticipatie
Bewonersinitiatief
Keuzevrijheid en zelfwerkzaamheid

Ontwikkeling en dienstverlening
Waardecreatie door doelgroeporiëntatie
Service en prestaties
Waar te beginnen?

Het Nieuwe Nutsbedrijf
Transparantie
Participatie
Levensloop

Tarieven
Prijsvorming
Prijsontwikkeling
Maatschappelijke functies

Vermogen
Fondsvorming en risicokapitaal
Maatschappelijk kapitaal
Welvaart in de Nieuwe Nutszone

Archief
 

Voetnoten

(i) Merk op: het gaat hier over olie, niet over minder schaarse (fossiele) energiebronnen zoals bijvoorbeeld kolen en kolenelektriciteit.

 

Nieuwe Nuts
Informatie op deze website wordt niet geactualiseerd. Ze is met de nodige zorgvuldigheid tot stand gekomen. Ze is echter geen alternatief voor gedetailleerd advies in specifieke omstandigheden. Alle teksten zijn geschreven op persoonlijke titel van de auteur(s) en reflecteren niet noodzakelijk de zienswijze van de site-eigenaar of van welke andere natuurlijke of rechtspersoon dan ook. Eventuele onjuistheden zijn niet uit te sluiten. Vragen en reacties zijn welkom op info@nieuwenuts.nl. NieuweNuts.nl is mede mogelijk gemaakt door Elannet BV en InnovatieNetwerk.
Nieuwe Nuts