|
Aanleg van energie-infrastructuur (archief)
Laatst geactualiseerd in 2007
De aanleg van een warmtenet is vrij en niet specifiek gereguleerd.
Juridisch startpunt is artikel 5:20 Burgerlijk wetboek (i). Een eigenaar is in principe gerechtigd in zijn grond leidingnetwerken aan te leggen.
Titel 3. Eigendom van onroerende zaken
Artikel 20 Boek 5 Burgerlijk wetboek
1. De eigendom van de grond omvat, voor zover de wet niet anders bepaalt:
a. de bovengrond;
b. de daaronder zich bevindende aardlagen;
c. het grondwater dat door een bron, put of pomp aan de oppervlakte is gekomen;
d. het water dat zich op de grond bevindt en niet in open gemeenschap met water op eens anders erf staat;
e. gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen en werken, voor zover ze geen bestanddeel zijn van eens anders onroerende zaak;
f. met de grond verenigde beplantingen.
Eigendom van de grond
In de eerste plaats is eigendom van de grond van belang. De grondeigenaar kan een net aanleggen. Het fundamentele eigendomsrecht wordt echter doorkruist zodra er publieke dimensies in het spel zijn. Dan kunnen bijzondere voorschriften gaan gelden. Het kan hier ook gaan om Europese aanbestedingsrichtlijnen.
Om te weten welke regels gelden is het nodig te weten of een warmtenet publiek is. Maar naar de huidige stand van het energierecht is het onmogelijk dit eenduidig vast te stellen. Wel kan de volgende driedeling tot uitgangspunt dienen.
- Als de gemeente zich afzijdig houdt, dan kan een warmtevoorziening geheel privaat worden opgezet.
- Als de gemeente zich er actief mee bemoeit dan kunnen er publieke elementen in de warmtevoorziening worden gebracht, waardoor specifieke mededingingsregels toepasselijk worden.
- Als de gemeente het uitsluitend recht tot warmtevoorziening overdraagt aan haar netwerkbedrijf, dan blijft dit in de publieke sfeer. . Ook zullen dan specifieke mededingingsregels gelden.
|
(i) Nieuw is lid 2 van artikel 5:20 Burgerlijk wetboek. Dit introduceert de horizontale natrekking.
2. In afwijking van lid 1 behoort de eigendom van een net, bestaande uit een of meer kabels of leidingen, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie, dat in, op of boven de grond van anderen is of wordt aangelegd, toe aan de bevoegde aanlegger van dat net dan wel aan diens rechtsopvolger.
Met de vervreemding van energiebedrijven en de aanleg van glasvezelnetten kwam de eigendomsvraag op de politieke agenda, met bovenstaand wetsartikel tot gevolg. Door de horizontale natrekking wordt de bevoegde aanlegger van een netwerk een sterk recht gegeven, dat ten koste gaat van het (verticale) natrekkingsrecht van de grondeigenaar.
Bovendien geldt aanleg van gas en elektriciteit voor de belemmeringenwet als openbaar werk van algemeen nut. De ontwerp Warmtewet introduceert dat ook voor een warmtenet. Na invoering van deze wet wordt het voor particuliere grondeigenaren moeilijk de aanleg van een warmtenet tegen te houden. De bevoegde aanlegger heeft dan een sterke positie. Die bevoegde aanlegger kan een private partij zijn.
|
|
Informatie op deze website wordt niet geactualiseerd. Ze is met de nodige zorgvuldigheid tot stand gekomen. Ze is echter geen alternatief voor gedetailleerd advies in specifieke omstandigheden. Alle teksten zijn geschreven op persoonlijke titel van de auteur(s) en reflecteren niet noodzakelijk de zienswijze van de site-eigenaar of van welke andere natuurlijke of rechtspersoon dan ook. Eventuele onjuistheden zijn niet uit te sluiten. Vragen en reacties zijn welkom op info@nieuwenuts.nl. NieuweNuts.nl is mede mogelijk gemaakt door Elannet BV en InnovatieNetwerk.
|
|
|