|  | 
  | 
  
  
   
    | Vragen rond de WarmtewetLaatst geactualiseerd op  30 augustus   2009Vragen geformuleerd ten behoeve van de informatieve sessie over de Warmtewet, georganiseerd door de NMa, te houden op 11 september 2009 te Den Haag (verzet naar 2 oktober 2009).       
        Bent u bekend met de ontwikkeling van ‘nieuwe       nutsbedrijven’, zoals Thermo Bello te Culemborg en TexelEnergie op Texel,       waarin de verbruikers tevens eigenaar zijn of kunnen zijn van hun       nutsbedrijf? 
        Is het u bekend dat binnen deze bedrijven de       tegenstellingen ‘consument – monopolist’,        ‘consument – producent’ en ‘consument – leverancier’ zijn       geïnternaliseerd in de        bedrijfsstructuur c.q. dat de verbruikers uit hoofde van hun       eigendom bepalende invloed kunnen uitoefenen op de bedrijfsvoering,       tarifering en (wijze van) verslaglegging van hun nutsbedrijf?  
        Is het u bekend dat Thermo Bello verbruikers       kent die tevens beschikken over een gasaansluiting en bijgevolg de       mogelijkheid hebben om te switchen tussen warmte en aardgas?  
        Wordt bij formulering van beleid en regelgeving       rekening gehouden met de onder 1, 2 en 3 genoemde ontwikkelingen in de       praktijk?  
        Vormen de Nieuwe Nutsbedrijven een aparte       categorie bij te formuleren beleid en regelgeving?  
        Nieuwe Nutsbedrijven investeren via hun       participatieve structuur in congruentie van het bedrijfsbelang en het       belang van verbruikers. Ingevolge de Warmtewet dreigen ze ook te moeten       gaan voldoen aan regels en verantwoordingseisen die zijn ontworpen ter       beteugeling van commerciële monopoliemacht. De vrees bestaat dat dit       (onnodig) kostprijsopdrijvend zal gaan werken en mogelijk zelfs onbedoelde       concurrentienadelen voor Nieuwe Nutsbedrijven oplevert c.q. de markt       verstoort en de mededinging beperkt. Bent u van plan in dit verband       onderscheid te maken tussen reguliere commerciële warmtebedrijven en de       Nieuwe Nutsbedrijven die actief zijn in warmteproductie en/of -levering?       Kunt u garanderen dat uitvoering van de Warmtewet geen concurrentienadelen       oplevert voor Nieuwe Nutsbedrijven? 
        Hoe ziet u uw toezichthoudende en handhavende       taken ten aanzien van de Nieuwe Nutsbedrijven waarbinnen de tariefstelling       transparant en kostprijsgeoriënteerd plaatsvindt, en waarin verbruikers       bepalende invloed hebben op de tariefstelling. Gaat u in dat geval uit van       subsidiariteit van gestelde regels, bevoegdheden en/of gestelde       tariefplafonds?  
        Wij achten het denkbaar dat verbruikers       verenigd in een Nieuwe Nutsbedrijf bewust en vrijwillig gestelde       tariefplafonds wensen te overschrijden, bijvoorbeeld vanwege een       maatschappelijk, bedrijfs- of milieubelang. Wat zal uw opstelling zijn in       geval van een dergelijke bewuste en vrijwillige overschrijding van       gestelde tariefplafonds? Acht u het mogelijk om hier bijvoorbeeld uit       milieubelang uitzonderingen te maken?   
        Worden de Nieuwe Nutsbedrijven actief betrokken       bij inspraak- en consultatieprocessen? Zo ja, hoe? Zo nee, wat moeten zij       doen om wel actief betrokken te worden?  
        Aan welke eisen zal een eventueel te vormen       representatieve organisatie minimaal moeten voldoen om door u te worden       erkend c.q. tot inspraak en consultatie te worden toegelaten? Worden       hiervoor van overheidswege vergoedingen versterkt en/of faciliteiten       geboden? 
        Wat gaat u doen om te voorkomen dat feitelijke       kostenniveaus in samenhang met de aardgasprijsgeoriënteerde tariefplafonds       nadelige invloed kunnen hebben op de stabiliteit van warmtebedrijven? In       het bijzonder valt daarbij te denken aan warmtebedrijven die in hun       kostprijs in overwegende mate afhankelijk zijn van andere factoren zoals       financieringslasten en andere energiebronnen dan aardgas.   
        Verwacht u dat de vast te stellen maximumprijs       voor de huidige en voorbije perioden lager zal zijn dan de tot dusver       gehanteerde nmda-tarieven zoals gepubliceerd door EnergieNed?  
        In welke orde van grootte zal de ‘redelijke       vergoeding voor vergunning’ (art. 20.) komen te liggen?  
        Welke regels worden er gesteld m.b.t. de       aansluitbijdrage (art. 6 lid 2 Ww)?  
        Wordt bij deze regels (sub 14.) rekening       gehouden met de mogelijkheid dat de warmte-infrastructuur dan wel het       warmtebedrijf eigendom is of wordt van de eigenaren van het gebate       vastgoed? In dat geval zouden de integrale kosten van de collectieve       warmtevoorziening op het vastgoed kunnen worden doorbelast. Zouden de       regels te stellen o.g.v. art 6 lid 2 Ww hierbij mogelijk belemmerend of       zelfs verhinderend kunnen gaan werken?  
   |     |  
    |   
               Informatie op deze website wordt niet geactualiseerd. Ze is met de nodige zorgvuldigheid tot stand gekomen. Ze is echter geen alternatief voor gedetailleerd advies in specifieke omstandigheden. Alle teksten zijn geschreven op persoonlijke titel van de auteur(s) en reflecteren niet noodzakelijk de zienswijze van de site-eigenaar of van welke andere natuurlijke of rechtspersoon dan ook. Eventuele onjuistheden  zijn niet uit te sluiten. Vragen en reacties zijn welkom op info@nieuwenuts.nl. NieuweNuts.nl is mede mogelijk gemaakt door Elannet BV en InnovatieNetwerk. |  |  |