Publiek, privaat of gemeenschappelijk warmtenet?
Nieuwe Nuts-essay d.d. 30 oktober 2009
Iedere nieuwbouwwoning in Nederland wordt in beginsel aangesloten op aardgas. Dat is althans de systematiek van het Bouwbesluit. Maar er zijn vele alternatieven voor gas. Dus eigenlijk is het wat vreemd om gas juridisch tot norm te verheffing. Gas is een oplossing voor een bepaald doel. In dit verband met name verwarming. Het was logischer geweest om een deugdelijke warmtevoorziening voor te schrijven ipv 'gas'.
In 2001 waren alle warmtenetten in publieke handen. Nu - na de grote uitverkoop - zijn bijna alle warmtenetten privaat. Het bouwbesluit is daar niet op voorbereid. Wat is eigenlijk publiek en privaat? Zijn die onderscheidingen nog wel adequaat? Bovenstaand een publiekprivaatmatrix waarin een relatie wordt gelegd met de herkomst van en het soort geld waarmee het net wordt gefinancierd. Meer over warm en koud geld op de pagina fondsvorming en risicokapitaal.
Stadsverwarming als alternatief voor gas
En wat nu wanneer er voor een nieuwbouwwijk een innovatieve warmtevoorziening is ontworpen, die gebruik maakt van de zon in plaats van gas? Moet er dan desondanks gas worden aangelegd, omdat het Bouwbesluit (en de Gasunie?) dat nu eenmaal wil?
Niet helemaal. De energiebedrijven hebben namelijk al eerder voor elkaar gekregen dat aansluiting op een warmtenet kan gelden als alternatief voor gas. Dit is als volgt in het Bouwbesluit terechtgekomen.
Artikel 2.69
1. Een gebruiksfunctie heeft een voorziening voor gas, tenzij de gebruiksfunctie kan worden aangesloten op een gemeenschappelijke of publieke voorziening voor verwarming.
2. Een woongebouw heeft een voorziening voor gas, indien het een gemeenschappelijke voorziening voor verwarming heeft.
Een gemeenschappelijke of publieke voorziening voor verwarming mag gas dus verdringen. In de Nota van Toelichting (Staatsblad 2001 410)) valt te lezen:
Dit artikel regelt de aanwezigheid van een gasinstallatie.
De aanwezigheid van een gasinstallatie is hoofdzakelijk met het oog op
verwarming voorgeschreven. Indien de betrokken gebruiksfuncties
kunnen worden aangesloten op een gemeenschappelijke of publieke
voorziening voor verwarming is een gasinstallatie niet nodig. Stadsverwarming
is een voorbeeld van een publieke voorziening voor verwarming.
Uitverkoop van energiebedrijven
Dit is geschreven toen de energieleveringsbedrijven nog in overheidshanden waren, en dus als 'publieke voorziening voor verwarming' konden worden aangemerkt.
Inmiddels zijn de meeste energiebedrijven verkocht 'aan het buitenland'. De warmtebedrijven en -netten zijn meeverkocht. Dat zijn nu dus geen publieke netten meer, maar commercieel private netten. Verdere bouwvergunningen moeten dus worden geweigerd indien geen gasaansluiting is voorzien. De warmtelevering is aanvullend en facultatief. Dat gaat natuurlijk problemen geven in de praktijk.
Geen probleem voor Nieuwe Nuts
De bewoordingen van het bouwbesluit leveren geen belemmeringen voor Nieuwe Nuts. Nieuwe Nutsvoorzieningen zijn immers 'gemeenschappelijk'. In geval van Nieuwe Nuts mag warmtelevering dus wel het gas verdringen. Sterker nog: de bewoordingen van het Bouwbesluit zijn goed voor Nieuwe Nuts. Het betekent dat na de uitverkoop van de energiebedrijven veel warmtenetten in handen komen van de eindgebruikers (gemeenschappelijk). Dat is wel zo rechtvaardig, duurzaam en verantwoord. Markttoezicht wordt en passant overbodig.
Wijziging van Bouwbesluit?
Commercieel private warmtebedrijven zullen echter te hoop lopen tegen de woorden van het Bouwbesluit. En uiteraard zal de overheid het oor naar de commerciele belangen laten hangen, en de regels naar hun wensen aanpassen.
Bijvoorbeeld in de zin dat de aanduidingen publiek of gemeenschappelijk worden geschrapt. De nu nog publieke gasvoorziening kan dan worden vervangen door een commercieel privaat warmtemonopolie. Daarbij zal wel worden verwezen naar de Warmtewet, die zorgt dat de Warmtemonopolist - zij het onder beheeste condities en met Rijkssanctionering - kan woekeren.
Verworvenheden gaan teloor
De Woningwet - waarop het Bouwbesluit is gestoeld - was ooit bedoeld om misstanden in de volkshuisvesting tegen te gaan. De speculantenbouw had eind 19e eeuw zodanige vormen aangenomen dat de wetgever in het geweer kwam. Inmiddels zijn de rollen omgekeerd. De wetgever is het verlengstuk van het speculatieve belang, en haar wetten consolideren diens machtsbasis.
Zo dus ook binnenkort hoogstwaarschijnlijk het gebod dat een bepaalde nieuwbouwwoning moet zijn aangesloten op een privaat warmtenet van een zekere leverancier, zonder naam, verblijvend op de Bahamas, waar het hem een worst zal wezen of men er in NL ook warmpjes bij zit.
Maatschappelijk kapitaal
De misstanden van de speculantenbouw legden de basis voor onze woningcorporaties. Er waren namelijk ook mensen die niet ten koste van alles zo veel mogelijk geld wilden accumuleren. Ja, er waren zelfs vermogende mensen die gingen voor rechtvaardigheid en kwaliteit. Zij investeerden in fatsoenlijke woonvoorzieningen en legden zo de basis voor de hedendaagse volkshuisvesting.
Warmtenetten van corporaties ook privaat
Warmtenetten van woningcorporaties vallen met de huidige tekst van het Bouwbesluit buiten de boot. Ze moeten hun net ofwel onderbrengen bij het netwerkbedrijf (nu nog in handen van de overheden, derhalve 'publiek') of verbinden aan het gebate vastgoed (gemeenschappelijk; Nieuwe Nuts). Soms kan dat een probleem zijn omdat ze veel maatschappelijk vermogen investeren in het net, en dit niet via de woningverkoop direct kunnen terugverdienen. Ze moeten rekenen met een lange exploitatieperiode van - zeg - 30 jaar. In dat geval willen ze het net kunnen behouden, en niet overdragen aan de gemeeschap van eigenaren van het gebate vastgoed.
Warm of koud geld
Eigenlijk moet niet alleen worden gekeken wiens vermogen in het net zit (van de overheid, de eindgebruikers of een derde). Maar vooral ook wat voor geld dat is. Is het koud geld, dat er louter op uit is nog meer geld te accumuleren. of is het warm geld, dat een bepaald maatschappelijk doel beoogt. De netten van het warme geld verdienen onder omstandigheden de exclusiviteit, terwijl je de netten van het koude geld die exclusiviteit nimmer moet geven.
Standpunten
- Verheffing van gas tot juridische norm is een verwarring van doel en middel. Dat behoeft reparatie van het Bouwbesluit.
- Voorschrijven van een bepaalde nutsaansluiting is misschien nog te billijken in geval van een publieke of gemeenschappelijke voorziening. In dat geval is men tenmiste aangesloten op het eigen systeem, waarover men zeggenschap heeft, hetzij via het democratisch proces, hetzij direct, als mede-eigenaar. De verplichting om je aan te sluiten op een commercieel private voorziening zou grof misbruik zijn van het recht, ten behoeve van de private monopolist.
- Huishoudens en ontwikkelaars moeten vooral het recht houden tot vereniging en zelfvoorziening, en niet worden gedwongen om zaken te doen met commerciele private partijen.
|