De derde elektriciteitsrichtlijn
Laatst geactualiseerd op 30 september 2009
De 3e e-richtlijn (2009/72/EG) is in augustus 2009 gepubliceerd.
Een Nieuwe Nutsessay
In het navolgende een verkenning van die richtlijn vanuit de Nieuwe Nutsoptiek. Beschouw de tekst als een essay. Belangrijke motieven zijn decentrale opwekking en efficiëncy, zelfvoorziening en Nieuwe Nutszones.
Moderne regelgevers geven weinig om rechtszekerheid en houden des te meer van Kafka. Zie dit essay derhalve niet als de enige, eenduidige en alomvattende interpretatie van de 39 pagina's omvattende derde e-richtlijn. Teksten zijn overgenomen uit het EU-publicatieblad van 14 augustus 2009. Teksten op deze pagina worden niet geactualiseerd. Raadpleeg derhalve altijd de officiële publicaties en niet deze website.
Decentrale opwekking en efficiëntie
Considerans (27) De lidstaten moeten de modernisering van distributienetwerken
bevorderen, bijvoorbeeld door de invoering van slimme netwerken (smart grids), die op zodanige wijze moeten worden opgezet dat gedecentraliseerde opwekking en energie-efficiëntie worden bevorderd.
Op dit moment wordt in NL de ontwikkeling van decentrale gebalanceerde elektriciteitsnetten compleet geblokkeerd. Onder andere door de splitsing van productie/levering en netbeheer, en door de de-facto stop op vergunningverleningen voor particuliere elektriciteitsnetten.
Door de ban op particuliere elektriciteitsnetten is de markt buitenspel gezet. En door de splitsingswet is het de netbeheerder onmogelijk om effectief op decentrale efficiëntie te sturen.
Splitsing productie/levering en netbeheer
Dat de strikte scheiding zoals Nederland die hanteert onnodig is valt te lezen in overweging 29 van de 3e e-richtlijn.
Considerans (29) Teneinde kleine distributiesysteembeheerders geen onevenredige
financiële en administratieve lasten op te leggen, moeten de lidstaten, waar nodig, in staat zijn de betrokken bedrijven ontheffen van de voorschriften inzake juridische ontvlechting inzake distributie.
De mogelijkheid daartoe is tot dusver altijd aanwezig geweest onder de Europese e-richtlijnen. In de 3e richtlijn is deze te vinden in artikel 26 lid 4.
Artikel 26 lid 4.
De lidstaten kunnen besluiten de leden 1 tot en met 3 niet toe te passen op geïntegreerde elektriciteitsbedrijven die minder dan 100.000 aangesloten afnemers bedienen, of die kleine geïsoleerde
systemen bedienen.
Alle dorpen, wijken en kleine steden kunnen wat Europa betreft dus hun eigen geïntegreerde net behouden en - net als in Schönau - decentrale productie en netbeheer combineren. Dit is de sleutel tot snelle verduurzaming van de e-voorziening.
Decentrale optimalisatie
Door decentrale optimalisatie van elektriciteitsbehoefte, -gebruik en -productie hoeft er minder te worden geïnvesteerd in elektriciteitscapaciteit. Artikel 25 lid 7 stipuleert daarbij een taak voor de distributiesysteembeheerder.
Artikel 25 lid 7. Bij de planning van de ontwikkeling van het distributiesysteem,
neemt de distributiesysteembeheerder maatregelen op het gebied van energie-efficiëntie/vraagzijdebeheer of gedistribueerde
productie die de noodzaak van een vergroting of vervanging
van elektriciteitscapaciteit kunnen ondervervangen, in overweging.
Energie-efficiëncy/vraagzijdebeheer
Energie-efficiëncy/vraagzijdebeheer is in de richtlijn gedefinieerd:
Artikel 2. 29). „energie-efficiëntie/vraagzijdebeheer”: een algemene of geïntegreerde
aanpak die erop gericht is de omvang en de timing van het elektriciteitsverbruik te beïnvloeden teneinde het primaire energieverbruik en piekbelastingen te verminderen door voorrang te geven aan investeringen in energie-efficiëntiebevorderende maatregelen of andere maatregelen, zoals onderbreekbare leveringscontracten, in plaats van aan investeringen om de productiecapaciteit te verhogen, indien de eerstgenoemde maatregelen de doelmatigste en meest economische
optie vormen, mede gelet op het positieve milieueffect van een lager energieverbruik en de daarmee verbandhoudende aspecten met betrekking tot de voorzieningszekerheid en de distributiekosten;
Keuzevrijheid van grote niet-huishoudelijke afnemers
De 'liberalisering' in NL behelst ook de consumentenmarkt. Deze moeten hun leveranciers kunnen kiezen. Maar kennelijk wordt dat idee in Europa al weer losgelaten:
Considerans (20) Om de mededinging op de interne markt voor elektriciteit verder uit te breiden, moeten grote niet-huishoudelijke afnemers hun leveranciers kunnen uitkiezen, alsmede, teneinde
hun elektriciteitsbehoeften veilig te stellen, contracten
kunnen sluiten met verschillende leveranciers. Deze afnemers dienen te worden beschermd tegen exclusiviteitsclausules
die tot gevolg hebben dat concurrerende of aanvullende
aanbiedingen uitgesloten worden.
Keuzevrijheid van huishoudelijke afnemers
Mogen we hieruit a contrario afleiden dat huishoudelijke verbruikers niet noodzakelijk keuzevrijheid hoeven te hebben? Nee, die conslusie kan niet direct worden getrokken. Artikel 3 lid 4 behelst het beginsel van 'dertentoegang' dat zich uitstrekt tot alle afnemers, dus ook de huishoudelijke (eindafnemers).
Artikel 3 lid 4.
De lidstaten zorgen ervoor dat alle afnemers aanspraak hebben
op elektriciteitsvoorziening door een leverancier, behoudens de toestemming van de leverancier, ongeacht de lidstaat waar de leverancier is geregistreerd, zolang als de leverancier de geldende handels- en balanceringsregels toepast. In dit verband nemen de lidstaten alle noodzakelijke maatregelen om te waarborgen dat administratieve procedures geen discriminatie inhouden ten aanzien
van leveranciers die reeds in een andere lidstaat zijn geregistreerd.
Merk overigens op dat de derdentoegang
hier uiterst ondoorgrondelijk is beschreven en verpakt als ' keuzevrijheid behoudens toestemming van de leverancier'. Waar het echter om gaat is dat EDF, E.ON, RWE c.s op alle netten moeten worden toegelaten als ze dat willen (i).
Gesloten distributiesystemen
In de richtlijn is het begrip 'gesloten distributiesysteem' geïntroduceerd.
Considerans (30) Waar gebruik gemaakt wordt van een gesloten distributiesysteem
om optimale efficiëntie van een geïntegreerde energievoorziening te waarborgen waarbij specifieke exploitatienormen nodig zijn, of waar een gesloten distributiesysteem primair ten behoeve van de eigenaar van het systeem wordt gehandhaafd, moet de distributiesysteembeheerder
kunnen worden vrijgesteld van verplichtingen
die een onnodige administratieve belasting zouden vormen gezien de bijzondere aard van de betrekking tussen
de distributiesysteembeheerder en de gebruikers van het systeem. Industrie- of commerciële locaties of locaties met gedeelde diensten, zoals spoorwegstations, luchthavens,
ziekenhuizen, grote campings met geïntegreerde faciliteiten
of chemische-industrielocaties kunnen een gesloten distributiesysteem hebben wegens de specifieke aard van hun activiteiten.
Huishoudens zijn expliciet uitgesloten als onderdeel van zo'n gesloten systeem. Dat staat in artikel 28 lid 1.
Artikel 28
lid 1.
De lidstaten kunnen voorzien in nationale regulerende instanties of andere bevoegde organen om een systeem dat elektriciteit distribueert binnen een geografisch afgebakende industriële of commerciële locatie of een locatie met gedeelde diensten en dat niet, onverminderd lid 4, huishoudelijke afnemers van elektriciteitvoorziet, als gesloten distributiesysteem aan te merken indien:
a)
de exploitatie of het productieproces van de gebruikers van dat systeem om specifieke technische of veiligheidsredenen geïntegreerd is, of
b)
het systeem primair elektriciteit distribueert aan de eigenaar of beheerder van het systeem of de daarmee verwante bedrijven.
Bij de uitzonderingssituatie van lid 4 moet je denken aan de situatie dat zich enkele bedrijfswoningen op het bedrijfsterrein bevinden.
Artikel 28 lid 4.
Incidenteel gebruik door een klein aantal huishoudens die werkzaam zijn bij of vergelijkbare betrekkingen hebben met de eigenaar van het distributiesysteem en gevestigd zijn in het gebied dat door een gesloten distributiesysteem bediend wordt, sluit niet uit dat een ontheffing uit hoofde van lid 2 wordt toegestaan.
Wat bedoelen ze nu eigenlijk met 'gesloten distributiesysteem'? In de definities (artikel 2) is het niet terug te vinden. Grammaticaal gezien komt het erop neer dat de beheerder van het gesloten systeem vrijgesteld kan worden van zekere verplichtingen. In ieder geval van de verplichtingen genoemd in artikel 28 lid 2.
Artikel 28 lid 2. (...) om de beheerder van een gesloten distributiesysteem te ontheffen van:
a) de verplichting uit hoofde van artikel 25, lid 5, om de energie die hij gebruikt om energieverliezen te dekken en in reservecapaciteit in zijn systeem te voorzien, te kopen volgens transparante, niet-discriminerende en op de markt gebaseerde procedures;
b) de vereiste krachtens artikel 32, lid 1, dat tarieven of de methodes voor de berekening hiervan moeten worden goedgekeurd alvorens zij overeenkomstig artikel 37 van kracht worden.
Sub b legt met verwijzing naar artikel 32 lid 1 de link met de derdentoegang en de keuzevrijheid van de afnemers. Bedoelde tarieven gaan niet over de prijs die de eindgebruiker moet betalen, maar over de prijs die een (externe) e-leverancier moet betalen aan de netbeheerder, ingeval ze via zijn net aan een afnemer wil leveren.
Een netbeheerder moet hiervoor vooraf goedgekeurde voorwaarden en tarieven afgeven. De 'gesloten netbeheerder' hoeft dat niet. En dat is eigenlijk de nogal cryptisch in de richtlijn verborgen kern van het gesloten net: Je hoeft geen andere leveranciers toe te laten op dat net. En daarmee is de keuzevrijheid van de afnemers binnen jouw net ingeperkt.
Zelfvoorziening en recht van vereniging
Ongemerkt is de e-richtlijn een inbreuk op het recht van vereniging. Want kennelijk mogen huishoudens zich niet zodanig verenigen dat ze gezamenlijk een of meerdere e-leveranciers kiezen die leveren aan hun gemeenschappelijke net, waarbij ze dus hun individuele keuzevrijheid vrijwillig overdragen aan hun eigen vereniging, die met die bundeling van belangen grotere onderhandelingsmacht heeft en betere prijzen en oplossingen kan onderhandelen (ii).
Dat is een illustratie van ongemerkt voortschrijdend collectivisme binnen de EU. In artikel 3 lid 3 komt dit ook stilletjes aan de oppervlakte.
Artikel 3 lid 3. (...)
dat alle huishoudelijke afnemersen (...) aanspraak kunnen maken op universele dienstverlening
(...). Niets in deze richtlijn mag de lidstaten ervan weerhouden om de marktpositie
van de huishoudelijke, kleine en middelgrote consumenten
te versterken door de mogelijkheden van vrijwillige gezamenlijke vertegenwoordiging voor deze groep consumenten te bevorderen.
Dat klinkt leuk. ' Universele dienstverlening' en 'marktpositie van consumenten bevorderen'. Maar feitelijk betekent het dat van hogerhand een uniforme dienst wordt verordonneerd, en dat zelforganisatie en zelfvoorziening buiten het vocabulaire worden gehouden c.q. wordt belemmerd. Uiteraard mogen consumenten komen inspreken - goede ideen zijn altijd welkom -, waarna ze maar moeten afwachten of er ook wat met hun inspraak gebeurt. Er is dus een krachtig recht tot praten, maar geen recht op vereniging tot zelfvoorziening.
Hopelijk dat de rechtswetenschappers eens wakker worden en hier een discussie over aanzwengelen. Want het is natuurlijk zeer ongewenst dat de Europese bureaucratie stilletjes haar politieke doctrine dicteert.
Nieuwe Nutszones in Europa
Zijn Nieuwe Nutszones wat elektriciteit betreft in de EU dan onmogelijk? Nee, zeker niet. We hebben gezien dat tot 100.000 aangesloten afnemers van een geïntegreerd energiebedrijf kan worden uitgegaan. Dat kan dus direct in de Nederlandse situatie worden geïmplementeerd. Daarvoor hoeven we niet uit de EU te stappen.
Binnen een elektrische Nieuwe Nutszone moet van de EU echter wel derdentoegang worden geregeld. Dat wil zeggen dat EDF, E.ON en RWE c.s. - indien zij en een of meer van jouw aangeslotenen dat willen - toegang moeten krijgen tot jouw net. Daar valt in principe best mee te leven. Hiervoor moet diezelfde EU of overheid dan maar iets praktisch regelen, rond de aansluitingenregisters en de datacollectie en -verwerking op elk elektriciteitsnet in NL of de EU.
Voorlopig is het niet zo handig geregeld. In de Nederlandse praktijk betekent het dat de distributienetbeheerder desgevraagd voor ondersteunende diensten moet zorgen. Hij valt daar echter niet toe te dwingen, en heeft er - indien het net niet van hem is - ook weinig zin in.
Een alternatief is dat er een laagdrempelig, transparant en uniform systeem wordt gecreëerd voor de derdentoegang. In dat geval wordt geuniformeerd wat geuniformeerd moet worden. Verder dan strikt noodzakelijk is moet de energiemaatschappij echter niet aan beperkingen en collectivisme worden onderworpen, opdat er ook nog iets moge overblijven van de 'marktwerking' die door de EU zo deerlijk wordt beleden.
Monopolie op netbeheer
Op dit moment heeft het Rijk echter gekozen voor vestiging van een monopolie op netbeheer. Daarmee is de verduurzaming van de elektriciteitsvoorziening zo goed als geblokkeerd, c.q. zijn vrije markt en zelfvoorziening geheel buitenspel gezet.
Dit monopolie is nergens voor nodig. Een netbeheerder moet zorgen voor voldoende capaciteit en beperking van transportverliezen. Dat zou in principe door iedere deskundige partij gedaan kunnen worden.
Splitsing
Nu de productie- en leveringsbedrijven aan het buitenland zijn verkocht, en de overheden zitten met hun logge distributiebedrijven, heeft Nieuwe Nuts een aardig advies.
1. Splits de distributiebedrijven in logische bedrijfjes (Nieuwe Nutszones) van ieder niet meer dan 100.000 aangesloten afnemers.
2. Maak de Nieuwe Nutszone tot speciale categorie in de Elektriciteitswet. Binnen de Nieuwe Nutszone worden productie/levering en distributie geïntegreerd.
3. Maak de vestigingsgemeente weer enig aandeelhouder van het geïntegreerde Nieuwe Nutsbedrijf. En stuur op energieonafhankelijkheid en duurzaamheid.
Ga vervolgens niet de gemeentebegroting spekken (of overeind houden?) met energiewinsten. Maar herinvesteer ze in steeds betere voorzieningen, zodat de stroom steeds schoner wordt en de elektriciteitsrekening omlaag gaat.
Bij twijfel of de gemeente deze verantwoordelijkheid wel aankan, kunnen ook de eigenaren van het gebate vastgoed het eigendom van hun netbedrijf in handen krijgen. Dat is - zeker bij nieuwbouw - de rechtvaardigste en duurzaamste oplossing.
En wie dit allemaal niet begrijpt moet spoedig eens gaan kijken in het Duitse Schönau. Daar werken netbeheer, plaatselijke gemeenschap en particuliere opwekkers samen. Het resultaat: het grootste aandeel zonnestroom van Duitsland.
|